Duizenden veroordeelde criminelen onvindbaar

Bijna 6.000 criminelen die veroordeeld zijn tot een gevangenisstraf, zijn onvindbaar. De veroordeelden zijn samen verantwoordelijk voor ruim 7.000 ernstige delicten, zo blijkt uit cijfers van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Waarschijnlijk bevinden de meeste veroordeelden zich in het buitenland. In Nederland hebben personen die nog niet veroordeeld zijn de mogelijkheid vrij te reizen. Dit geldt ook voor verdachten die niet in voorlopige hechtenis zitten. Hierdoor kunnen zij gemakkelijk de grens over om zo hun straf te ontlopen. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Ingrid Coenradie, geeft aan dat dit “uiterst pijnlijk [is] voor het slachtoffer en de nabestaanden en uiteindelijk ook voor betrokken professionals.” Ze benadrukt dat geprobeerd wordt om alle celstraffen ten uitvoer te brengen: “Helaas lukt dat niet altijd, omdat in sommige gevallen personen onvindbaar blijken te zijn.”

Wel is er al jaren een dalende trend in het aantal spoorlozen te zien. In 2023 waren ruim 7.000 veroordeelde criminelen spoorloos en in 2017 lag dit aantal zelfs rond de 11.000. Deze daling heeft onder meer te maken met de verscherpte aanpak van onvindbare veroordeelden. Zo is er meer samenwerking met andere landen, bijvoorbeeld door het delen van gegevens. Ook kunnen de hier opgelegde celstraffen in andere landen ten uitvoer worden gebracht. Daarnaast is in 2015 het FAST-team opgericht, dat tot doel heeft “voortvluchtige criminelen weer achter de dikke deur krijgen”. Zij sporen jaarlijks ongeveer 300 voortvluchtigen op.

Cellentekort

Het ministerie heeft laten weten dat het aantal spoorlozen niet in verband staat met het cellentekort in Nederland. Wel benadrukt de staatssecretaris dat “ondanks het capaciteitsprobleem in het gevangeniswezen (…) het niet zo [kan] zijn dat de gevangenisstraffen worden ontlopen.”

Coenradie werkt al langer aan een oplossing voor het tekort aan cellen en cipiers. Zo worden meer gedetineerden samen in een cel geplaatst en wordt er gekeken naar het openen van een noodgevangenis. Begin februari kwam de staatssecretaris met een plan om gevangenen maximaal twee weken eerder vrij te laten. Dit voorstel stuitte echter op veel kritiek, met name van haar eigen partijleider Geert Wilders.