Meteen nadat Ali Mohammed al-Showaikh, die hier in Nederland asiel had aangevraagd, na uitzetting in oktober vorig jaar aankwam in Bahrein werd hij opgepakt. Dit meldt Amnesty International. Volgens de mensenrechtenorganisatie zijn er sterke aanwijzingen dat hij is mishandeld.
Door Eline van der Zwaag
De man reisde in 2017 naar Nederland uit angst voor vervolging in zijn thuisland. Al-Showaikh liep in 2011 mee tijdens een demonstratie tegen de Bahreinse regering. Daarnaast vreesde hij slachtoffer te worden van vergeldingsacties van de Bahreinse autoriteiten omdat zijn broer politiek actief was geweest en beschuldigd werd van het leiden van een terroristische organisatie. De broer van al-Showaikh heeft in Duitsland asiel gekregen. In 2017 werd al-Showaikh ervan beschuldigd onderdak te bieden aan vluchtelingen, waarop hij naar Nederland vluchtte. De IND wees de asielaanvraag af. Omdat hij geen gevaar zou lopen bij terugkeer naar Bahrein, werd hij in oktober vorig jaar uitgezet.
Na aankomst in Bahrein werd de 27-jarige man meteen gearresteerd op beschuldiging van aan terrorisme gerelateerde vergrijpen. Volgens Amnesty International tekende hij onder druk een bekentenis. De mensenrechtenorganisatie roept het ministerie van Buitenlandse Zaken op zich in te zetten voor vrijlating ‘zolang er geen bewijs is dat hij wordt aangeklaagd voor een internationaal erkend strafbaar feit’. Ook wil Amnesty International dat er opnieuw gekeken wordt naar het ‘non-refoulement’ principe, wat inhoudt dat asielzoekers niet worden uitgezet als zij in hun thuisland te vrezen hebben voor vervolging of mishandeling.
Volgens de mensenrechtenorganisatie was uit ‘openbaar toegankelijke landeninformatie’ bekend dat Bahrein vaker druk uitoefent op dissidenten door familieleden te arresteren of te mishandelen. Daarnaast zijn de afgelopen jaren verschillende critici van het regime bij aankomst in Bahrein gearresteerd. Sinds 2011, toen de Arabische Lente-protesten hardhandig werden neergeslagen, is de mensenrechtensituatie in Bahrein verslechterd. Politieke partijen zijn ontbonden, mensenrechtenactivisten zijn vastgezet en kritische media zijn verboden. De IND heeft in een reactie laten weten niet in te kunnen gaan op individuele gevallen.