Dirty Disney: privaatrechtelijke fantasieën

Onlangs publiceerde wij al stuk waarin uit de doeken gedaan werd hoe Ariël onder haar contract met Ursula de Zeeheks zou kunnen uitkomen. Dit heeft me aan het denken gezet, aangezien ik zelf ook nog wel een appeltje te schillen heb met diverse sprookjesfiguren die me slapeloze nachten bezorgd hebben in mijn jeugd. Nu ik jurist ben, maar ook vader, wordt het tijd deze boeven met de kracht der wet met de grond gelijk te maken. Vandaag in de serie ‘Dirty Disney’ de aflevering ‘privaatrechtelijke fantasieën’. Wees creatief en vul gerust aan.

De jager: weigerambtenaar?

Neem allereerst de jager in het verhaal van sneeuwwitje. Hij is in dienst van een koningin die hem beveelt naast wat herten en andere malse hapjes ook een jongedame in haar puberjaren neer te schieten. Hij weigert, tot grote woede van diens werkgever. Op de een of andere manier heb ik me toch altijd wel het lot van deze dappere jager aangetrokken. Mij lijkt de centrale vraag hier of de jager de opdracht van de Koningin zou moeten accepteren op basis van goed werkgeverschap ex artikel 7:611 BW. Van iedere werknemer wordt verlangd dat hij tot op zekere hoogte accepteert dat de werkgever bij tijd en wijle eens wat van hem vraagt dat niet binnen de functie of arbeidsovereenkomst omschreven is. Denk daarbij aan overwerk, tijdelijk werken op een andere locatie, of andere werkzaamheden. Die werkzaamheden moeten dan wel passen bij de capaciteit en het niveau van de werknemer. Nou, zo beschouwd zou het afschieten van een prinses inhoudelijk weinig verschillen vergeleken met het afschieten van een hert. Ik bedoel: je legt aan, mikt, haalt de trekker over, en brengt het lichaam naar een handige plek.

Tegelijkertijd zou je kunnen stellen dat in datzelfde artikel (6:611 BW) de koningin zich moet gedragen als een goed werkgever, en de belangen van de jager redelijk moet meewegen in diens taakomvang. De jager heeft in deze casus overduidelijk last van gewetensbezwaren. In het ontslagrecht kunnen gewetensbezwaren reden zijn om een ontslagvergunning aan te vragen, echter moeten dan deze bezwaren wel leiden tot het fundamenteel niet nakomen van een arbeidsovereenkomst (denk aan de zogeheten ‘weigerambtenaar’). Daar lijkt me hier geen sprake van. Bovendien is het doodschieten van een prinses nog altijd een strafbaar feit (art. 289 Sr.) Het is evident dat een werkgever niet mag verlangen van een werknemer om een moord te plegen. Zelf zou ik, als ik de jager was, me dus vooral beroepen op het privaatrecht, in plaats van zo ingewikkeld te doen met een substituut-hart. Kan de jager fijn weer op herten gaan jagen. Nu maar hopen dat hij de moeder van Bambi spaart….

Het bedrog van Aladdin

Of wat dacht je van het contract tussen Aladdin en de Geest? Nadat de Geest uitgebreid de tijd heeft genomen het ‘contract’ ten aanzien van de drie wensen door te nemen met zijn nieuwe eigenaar, leidt Aladdin de geest om de tuin door te suggereren dat hij een wens doet, maar dat niet zo letterlijk uitspreekt. De geest interpreteert de woorden ‘ik wed dat hij ons niet eens uit deze grot krijgt’ als een wens, en helpt Aladdin en Abu (de welbekende aap) uit de grot. Een typisch gevalletje bedrog zou ik zeggen (art. 3:44 BW):

‘Bedrog is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat de verzwijger verplicht was mede te delen, of door een andere kunstgreep.’ Need I say more?

Overigens, dit zou betekenen dat Aladdin voor altijd in de grot zou blijven zitten. Dat heeft een aantal voordelen: op de eerste plaats zouden er dan ook nooit de slechte vervolgfilms geproduceerd worden. Op de tweede plek was ik als jonge Disney fan altijd smoorverliefd op Jasmine. Zodoende zag ik Aladdin dus vooral als een concurrent. Opgelost!

Waardeloze schoonzoon

Tenslotte: om nog even terug te komen op Ariël en Ursula. Een kind van 15 dat een van haar lichaamsdelen ruilt voor een zwoele date lijkt me een nogal helder gevalletje nietigheid op grond van art. 3:40 BW. Daarnaast is deze rechtshandeling hoe dan ook vernietigbaar op grond van art. 3:32 BW. De vader zou hier een prominente rol kunnen spelen, zeker als ik die Prins Eric eens goed bekijk: lijkt me een waardeloze schoonzoon.