Dierenwelzijn wordt verankerd in Belgische grondwet

Het Belgische parlement heeft met een tweederdemeerderheid ingestemd om bepalingen rond dierenwelzijn in de Belgische grondwet te verankeren. De Senaat had in november 2023 al ingestemd met het voorstel. Andere landen waren België voor. Zo hebben Duitsland, Luxemburg en Zwitserland het welzijn van dieren al opgenomen in hun grondwet.

De Grondwet heeft voorrang op andere Belgische rechtsnormen. Dierenrechtenorganisatie GAIA voert al jaren campagne om dieren op te nemen in de grondwet. Een enquête uit 2022 van marktonderzoeksbureau Ipsos laat zien dat de meerderheid van de Belgen (86%) het  op dit punt eens is met GAIA.

De Senaat heeft in november 2023 al een voorstel goedgekeurd dat dieren grondwettelijke bescherming biedt en hun status als voelende wezens opneemt in de hoogste wettelijke norm van het land. Vervolgens keurde in maart 2024 de Grondwetcommissie van het Huis van Afgevaardigden dit voorstel goed. Om dieren definitief in de grondwet te verankeren, was nog een tweederdemeerderheid nodig van het Belgische parlement. Die is er nu dus.

Een aantal andere landen heeft dierenwelzijn al opgenomen in de Grondwet: Duitsland (2002), Luxemburg (2007), Zwitserland (1973).

Nederland

In Nederland staat dierenwelzijn niet in de grondwet. Zo zijn de rechten van dieren in Nederland geregeld in de Wet dieren, die sinds 1 januari 2013 van kracht is. Deze wet erkent ‘de eigen waarde van dieren, zijnde wezens met gevoel’ (art. 1.3 lid 2). Verderop in hetzelfde artikel staat ‘dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, moet worden voorkomen’. Dit houdt in dat dieren geen honger, pijn of stress mogen lijden en dat ze niet mogen worden beperkt in hun natuurlijke gedrag. Er is echter een nuancering: ‘voor zover zulks redelijkerwijs kan worden verlangd’ (art. 1.3 lid 3).

In het Burgerlijk Wetboek, met regels die gelden tussen Nederlandse burgers onderling en die onder meer betrekking hebben op burgers en goederen, worden dieren ook genoemd. ‘Dieren zijn geen zaken’, stelt art. 3:2a lid 1 BW. In lid 2 van datzelfde artikel staat echter: ‘bepalingen met betrekking tot zaken zijn op dieren van toepassing’. Dieren zijn dus geen zaken, maar in principe mogen we ze wel zo behandelen volgens de wet.

In het Wetboek van Strafrecht zijn dieren opgenomen onder het kopje ‘vernieling of beschadiging’. Dit houdt in dat dieren voor het Wetboek van Strafrecht gezien worden als eigendom, waarvan het strafbaar is als je het ‘doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt’ (art. 350 lid 2 Sr) Hoe hoog de straffen precies zijn, staat beschreven in een aparte richtlijn. Sinds december 2021 gelden zwaardere straffen voor dierenmishandeling.