Op 27 augustus jl. deed de rechtbank Amsterdam uitspraak in de zaak die het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer aanhangig maakte tegen Deliveroo. In deze zaak bepaalde de kantonrechter dat Deliveroo voor de medewerkers die op basis van een arbeidsovereenkomst werken, pensioenpremie moet afdragen. Deze uitspraak is niet alleen belangrijk voor het pensioenfonds maar ook voor de werknemers.
Door Lisanne Wigboldus
Het afgelopen jaar zijn er zowel in kort geding als in een bodemprocedure bij de rechtbank Amsterdam uitspraken gedaan ten aanzien van de vraag of de medewerkers van Deliveroo moeten worden aangemerkt als zzp’ers of als werknemers. In de bodemprocedure besloot de rechter dat de medewerkers moeten worden aangemerkt als werknemers. Het hoger beroep in deze zaak loopt nog. Toch is de kous niet afgedaan met alleen deze zaak. Het feit dat de medewerkers volgens de rechtbank Amsterdam moeten worden aangemerkt als werknemers, zorgde er tevens voor dat het Bedrijfstakpensioenfonds wakker werd geschud en een procedure startte tegen Deliveroo.
Vordering Bedrijfstakpensioenfonds
Het bedrijfstakpensioenfonds vorderde in het kort voor recht te verklaren dat Deliveroo vanaf 26 juni 2015 onder de verplichtstelling van het Pensioenfonds Vervoer valt en dus ook vanaf deze datum premie moet betalen aan het Pensioenfonds Vervoer ten behoeve van alle werknemers van Deliveroo. In de rechtszaak lichtte het Pensioenfonds toe dat Deliveroo onder de werkingssfeerbepaling valt omdat Deliveroo goederen (maaltijden) over de weg vervoert en daarvoor een vergoeding ontvangt. Verder lichtte het Pensioenfonds toe dat het bezorgen van de maaltijden een kernactiviteit is en geen nevenactiviteit.
Verweer Deliveroo
Deliveroo is van mening dat zij niet onder de bedrijfstak beroepsvervoer valt en zodoende geen premie dient af te dragen. Een technologiebedrijf, zo noemt Deliveroo zichzelf, en dus geen onderneming in het beroepsgoederenvervoer. Volgens Deliveroo levert zij verschillende diensten met als doel de afzetmarkt van restaurants te vergroten en is de bezorgdienst slechts een onderdeel van de marketingstrategie.
Beoordeling kantonrechter
De kantonrechter gaat niet in het verweer van Deliveroo mee en is van mening dat Deliveroo goederen over de weg vervoerd nu de maaltijden van een restaurant over de weg naar de klant worden gebracht. Zowel het gemotoriseerd als ongemotoriseerd vervoer van goederen valt onder de verplichtstelling, dus ook per fiets.
Verder besliste kantonrechter dat Deliveroo vervoerwerkzaamheden uitvoert tegen vergoeding. In de uitspraak is nader ingegaan op het verdienmodel van Deliveroo. Deliveroo werkt tegenwoordig met een dynamische bezorgkostenvergoeding, die volgens Deliveroo niet in de buurt komt van de werkelijke kosten. Toch is de rechter van mening dat leidend is dat enige vergoeding wordt ontvangen. Hieraan is voldaan omdat consumenten betalen voor bestelde maaltijden en restaurants commissie betalen.
Tot slot moest de rechter nog beslissen of de vervoerwerkzaamheden uitsluitend of in hoofdzaak uitvoert. De rechter beslist dat het bezorgen van maaltijden van restaurants de kernactiviteit van Deliveroo vormt en dat niet het faciliteren en vergroten van het aantal bestellingen en het bieden van een platform is de kernactiviteit is. Dit blijkt onder andere uit de wijze waarop Deliveroo zich naar buiten presenteert als ‘maaltijd bezorgbedrijf’.
Kortom, de activiteiten, het bestelproces, de digitale omgeving en de reclame-uitingen zijn allemaal gericht op het bezorgen van maaltijden. Zodoende oordeelt de kantonrechter dat Deliveroo verplicht is pensioenpremie af te dragen en er nog ongeveer 64.000 euro aan achterstallige premies betaald dient te worden.