Het wetsvoorstel van 8 juni 2016 betreffende de Wet Bestuur & Toezicht Rechtspersonen verduidelijkt de regeling voor bestuur en toezicht bij verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen en stichtingen. Het wetsvoorstel is op 28 januari 2020 aangenomen door de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel beoogt aan te sluiten bij de bestaande regels voor de naamloze vennootschap en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in het Burgerlijk Wetboek.
Door Donny Buisman
De Eerste Kamercommissie heeft nu voorgesteld om een onderzoek te houden op 3 maart 2020 over dit wetsvoorstel. Met dit voorstel wordt het mogelijk om bij verenigingen en stichtingen een raad van commissarissen in te stellen. Ook kan bij alle rechtspersonen voor een monistisch bestuurssysteem gekozen worden. Voor de vereniging, de coöperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij en de stichting komt meer duidelijkheid over:
- De uitgangspunten welke bestuurders en commissarissen in acht moeten nemen bij het vervullen van hun taak;
- De positie van dergelijke bestuurders en commissarissen met een tegenstrijdig belang, en
- Regelgeving over aansprakelijkheid van hen. In het bijzonder de regeling voor ontslag van een stichtingsbestuurder.
De Raad van State merkte eerder op dat het wetsvoorstel in de praktijk veelal effect zal hebben op het bestuur en toezicht van verenigingen en stichtingen. Gelet op de (onderlinge) verschillen tussen verenigingen en stichtingen en overige soorten rechtspersonen adviseerde de Raad van State een algemene regeling dragend te motiveren en anders ervan af te zien en zo nodig per soort rechtspersoon regels voor bestuur en toezicht vast te stellen. Hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer. Het ingediende amendement door Van Gent (VVD) en Van Dam (CDA) aangaande meervoudig stemrecht bij alle rechtsvormen is daarbij aangenomen.