De strafrechtelijke vervolging van de tabaksindustrie

Wat is het grootste goed dat er bestaat? Eigendom, vrijheid of misschien toch gezondheid? De waarborging van deze fundamentele elementen is opgedragen aan de wetgever en bij inbreuk wordt handhaving verwacht. Echter is er de laatste decennia sprake van een terugtredende overheid door de emancipatie van het individu. Maar hoe zit het als de burger zijn keuzes niet (geheel) vrij kan bepalen en blootgesteld wordt aan verslavingsrisico’s? Strafrechtadvocate Benedicte Ficq pleit samen met haar cliënte gepassioneerd voor vervolging van de tabaksproducenten.

Door Laura Pentenga

In tegenstelling tot voorgaande civiele procedures gericht op financiële genoegdoening voor geleden schade, richt longkankerpatiënt Anne Marie van Veen zich met haar aangifte tot het Openbaar Ministerie. Haar doel: het strafrechtelijk vervolgen van tabaksproducenten om de (minderjarige) aspirant-roker te beschermen tegen de gevaren van sigarettenverslaving. Want juist de nicotineafhankelijkheid vangt de roker in zijn wurggreep. De biochemische samenstelling van de sigaret is designed to addiction. Gesterkt door strafrechtadvocate Benedicte Ficq doet Van Veen een beroep op het OM en diens plicht tot bescherming van de maatschappij en het bestraffen van de benadeling van de gezondheid.

De strijd tegen de tabaksindustrie
Met haar website sickofsmoking.nl probeert Van Veen zoveel mogelijk bijstand te vinden. Ze roept sympathisanten en slachtoffers op tot protest, steundonaties en gezamenlijke aangifte. Haar wens is niet gericht op het ontvangen van financiële compensatie voor haar ziekte, maar ter voorkoming dat vele anderen hetzelfde lot zullen ondergaan indien er niets verandert aan de handelswijze van de tabaksindustrie. Strafrechtadvocate Ficq stelt dat de fabrikanten het voornaamste belang hebben bij het binden van huidige en verleiden van toekomstige rokers; het creëren van een zo groot mogelijke schare trouwe gebruikers. Door de chemische toevoegingen aan de sigaret met verslavende werking zouden de producenten volgens Ficq zich bewust, opzettelijk en met voorbedachten rade schuldig maken aan gezondheidsbenadeling, hetgeen zich leent voor strafrechtelijke vervolging.

Aanpassing van de Nederlandse wetgeving
Een nobel maar kansloos streven? De tijd zal het leren. Maar ook de politiek lijkt in toenemende mate doordrongen te raken van het feit dat de macht van producenten en marketeers door wet en recht dient te worden ingekaderd. Naar aanleiding van de Europese Tabaksproductenrichtlijn zullen er per 20 mei 2016 verschillende wijzigingen in de Nederlandse Tabakswet worden doorgevoerd.

Bevordering van de volksgezondheid vanuit Europees niveau gaat niet zonder slag of stoot. De tabaksindustrie besteedt schrikbarend hoge bedragen aan de financiering van lobbygroepen wanneer er geruchten ontstaan over bijvoorbeeld accijnsverhoging van tabaksproducten of beperking van afzetmogelijkheden. De financiële belangen staan op het spel dus er wordt hoog ingezet op behoud van de gevestigde machtspositie.

Met een ruime meerderheid stemde de Tweede Kamer in met de veranderingen die een beperking voor de afzetmarkt van de producenten, importeurs en groothandelaren moeten bewerkstelligen. De opvallendste wijzigingen zijn wellicht het verbod op smaakjes zoals vanille in sigaretten (een uitvinding gericht op de jonge roker) en het plaatsen van de schokkende afbeeldingen op de verpakkingen.

Het is onzeker wat de aangifte van Anne Marie van Veen en haar volgers teweeg zal brengen. Van Veen vreest zelf dat zij de uitkomst niet meer mee zal maken, maar acht het resultaat niet minder groot: “Mijn kinderen moeten als ze later groot zijn kunnen zeggen dat hun moeder er alles aan heeft gedaan om ze te beschermen.”[1]

[1] Brabants Dagblad, Frans Paalman, 30 april 2016, “Kankerpatiënte klaagt de ’tabaksmaffia’ aan