De Minister van Cultuur, Onderwijs en Wetenschappen, Ingrid van Engelshoven, heeft een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd waarin wordt voorgesteld om de rente van de studielening te verhogen vanaf het jaar 2020. Dit houdt in dat studenten die in 2020 beginnen met studeren ongeveer achttien procent meer aan rente zullen moeten terugbetalen.
Door Kirsten Willms
Deze verhoging is volgens de regering nodig voor de financiële houdbaarheid van het studiefinancieringsstelsel. Op dit moment betalen studenten een lage rente over de schuld die zij hebben bij de overheid. Deze rente is lager dan de kosten die de overheid moet maken om de lening mogelijk te kunnen maken. De regering is van mening dat hierdoor een te groot verschil bestaat tussen de rente die de overheid moet betalen op de kapitaalmarkt voor de leningen van de student en de rente die de (oud)-studenten moeten betalen over die lening, zo blijkt uit de Memorie van Toelichting.
De plannen uit dit wetsvoorstel hebben als gevolg dat studenten die in 2020 aan een studie beginnen, te maken zullen krijgen met een hogere rente op de geleende studiefinanciering. Naar verwachting zal dit ongeveer 226 miljoen euro opleveren voor de staatskas.
Het wetsvoorstel heeft geleid tot veel kritiek, met name vanuit studentenorganisaties. Het voornaamste kritiekpunt is dat het wetsvoorstel zal leiden tot een verslechtering van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Veel studenten zijn afhankelijk van de lening, vooral nu de basisbeurs in 2015 is afgeschaft. In het jaar 2017 had 73 procent van de studenten in Nederland een studieschuld bij DUO. Gemiddeld hebben studenten na hun studie een studieschuld van ruim 21.000 euro.