Op 17 maart is een economisch noodpakket aangekondigd door het kabinet. Een van de maatregelen uit dit pakket is een tegemoetkoming in de loonkosten voor bedrijven die nu omzetverlies lijden. Op dinsdag 31 maart kondigde minister Koolmees de uitwerking van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW-regeling) aan. Vanaf 6 april a.s. hoopt het UWV de regeling uit te gaan voeren. In dit artikel behandelen wij de belangrijkste voorwaarden uit deze regeling.
Door Lisanne Wigboldus
De NOW-regeling, de vervanger van de regeling Werktijdverkorting, houdt in dat werkgevers 90% van de loonsom gecompenseerd krijgen naar rato van de omzetdaling. De overige 10% dienen de werkgevers zelf te betalen. De compensatie wordt in eerste instantie voor drie maanden toegekend. Naar verloop van tijd wordt gekeken of deze termijn nog wordt verlengd.
Doelgroep
De ondersteuning die door het kabinet wordt geboden betreft een subsidie voor de loonkosten van werknemers die in dienst zijn bij een werkgever en verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Dit betekent dat de regeling ook geldt voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een flexibel contract. Ook indien de werkgever geen loondoorbetalingsverplichting heeft, denk hierbij aan nulurencontracten, is de NOW-regeling van toepassing. Tot slot vallen ook uitzend- en payrollwerkgevers onder deze regeling. Het kabinet wil hiermee bereiken dat het loon van flexwerkers ook zoveel mogelijk wordt doorbetaald.
Voorwaarden
De NOW-regeling kent een aantal belangrijke voorwaarden. Deze zullen hieronder worden toegelicht.
1. Omzetdaling
De tegemoetkoming is afhankelijk van het omzetverlies. Hoe hoger het omzetverlies, des te hoger de tegemoetkoming. De vraag is hoe een onderneming bepaalt wat het omzetverlies is. Minister Koolmees heeft toegelicht dat werkgevers hun totale omzet uit 2019 moeten delen door vier (25%). De uitkomst hiervan vergelijken ze met een inschatting van de omzet in 2020. Het gaat hierbij om een aaneensluitende periode van 3 maanden. Werkgevers kunnen kiezen of zij de omzetdaling berekenen over de meetperiode startend op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020.
Een onderneming komt pas in aanmerking voor een looncompensatie als er sprake is van ten minste 20% omzetverlies.
2. Loonsom
Voor de loonsom gebruikt het UWV de gegevens uit de loonaangifte die de Belastingdienst gebruikt. Bovenop deze loonsom komt een opslag van 30% voor werkgeverslasten, zoals de opbouw van het vakantiegeld en de pensioenpremie. Loon boven de €9.538 euro wordt niet gecompenseerd.
Daarnaast geldt voor de werkgevers een inspanningsverplichting om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Dit houdt in dat werknemers dus zoveel mogelijk moeten worden doorbetaald. Een daling van de loonsom heeft gevolgen voor de hoogte van de subsidie waar werkgevers aanspraak op kunnen maken.
3. Geen bedrijfseconomische ontslagen
Het kabinet heeft uitdrukkelijk verzocht om geen ontslagaanvraag in te dienen bij het UWV om bedrijfseconomische redenen gedurende de periode waarover de werkgever een compensatie ontvangt. Dit is de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020. Als de werkgever toch ontslag aanvraagt wegens bedrijfseconomische redenen, dan wordt bij de vaststelling van de subsidie een correctie doorgevoerd. De subsidie voor de betreffende werknemer moet in dat geval worden terugbetaald inclusief een verhoging van 50%.
Aanvraag van de compensatie
Indien een werkgever voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden, kan deze werkgever een compensatie aanvragen bij het (online) loket van het UWV. Naar alle waarschijnlijkheid kan dit vanaf 6 april a.s. Op dit moment is het UWV hard bezig om alles gereed te maken. De organisatie hoopt op 3 april a.s. aan te kunnen geven of 6 april haalbaar zal zijn.
De werkgever dient in de aanvraag een aantal stappen te doorlopen. In de aanvraag berekent de werkgever het omzetverlies in procenten. Dit percentage wordt ook op het aanvraagformulier ingevuld. Indien de werkgever verwacht dat het effect van deze coronacrisis pas later zichtbaar zal zijn in de omzetcijfers, dan kan hij aangeven dat hij de meetperiode voor de omzetvergelijking later wil laten aanvangen.
Uitvoering regeling
Op het moment dat het UWV positief beslist op de aanvraag, zal het een voorschot verlenen van 80% van de subsidie in drie termijnen. Het streven is om de betaling binnen 2 tot 4 weken te laten plaatsvinden. Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend, dient de werkgever een vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hierbij een accountantsverklaring vereist, maar er moet nog duidelijkheid komen onder welke grens deze accountantsverklaring niet vereist zal zijn. Binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag wordt de definitieve subsidie vastgesteld en vindt er een nabetaling of een terugvordering plaats.