Het strafhof poogt de Israëlische premier Netanyahu en de inmiddels ontslagen minister van Defensie Yoav Gallant te vervolgen voor het plegen van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. In navolging van de arrestatiebevelen die het Internationaal Strafhof in november 2024 heeft uitgevaardigd, heeft de Amerikaanse president Trump op 6 februari 2025 sancties ingesteld tegen het Internationaal Strafhof in Den Haag. Welke gevolgen hebben deze sancties?
Het Internationaal Strafhof, afgekort ICC (International Criminal Court), opgericht in 2002, heeft als doel om personen verantwoordelijk te houden voor onder andere oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Het strafhof dient als laatste redmiddel, wanneer nationale autoriteiten niet kunnen of niet willen overgaan tot vervolging. Momenteel zijn 125 staten onderdeel van het verdrag, waarvan 79 zich afgelopen week in een gezamenlijke verklaring hebben uitgesproken tegen de sancties die zijn opgelegd door Donald Trump.
De rol van Nederland
De opgelegde sancties vormen mogelijk een gevaar voor het voortbestaan van de ICC, zeker voor Nederland als gastland. In het geval dat getuigen worden gehoord of verdachten worden opgepakt, is Nederland verantwoordelijk voor het vervoer van en naar het strafhof en de detentiefaciliteiten. Het decreet van de Amerikaanse president noemt dat iedereen die hier aan meewerkt onder de sancties valt, zo ook Nederland. Dit kan betekenen dat banktegoeden worden bevroren en dat aan bepaalde personen de toegang tot de VS kan worden ontzegd. Volgens Nollkaemper, hoogleraar internationaal publiekrecht aan de Universiteit van Amsterdam, is het strafhof afhankelijk van een deel van de betalingen die via de het banksysteem van de Verenigde Staten lopen. Deze betalingen worden op dit moment bedreigd. Daarnaast zullen ook Nederlandse banken op hun hoede zijn. Afhankelijk van hoe breed de sancties worden uitgelegd, kunnen ook zij onderworpen worden aan de sancties. Nederlandse banken zullen daarom wellicht overwegen om hun financiële diensten voor het hof tijdelijk stop te zetten, om zo Amerikaanse repercussies te ontwijken.
Op zoek naar oplossingen
Het hof zag de bui al hangen en besloot al het personeel alvast drie maanden vooruit te betalen. Daarnaast waarschuwde Tomoko Akane, voorzitter van het ICC, dat eventuele sancties het werk en het voortbestaan van het hof ondermijnen.
Op dit moment zijn de Nederlandse banken en de betrokken ministeries met elkaar in gesprek over de opgelegde sancties. De banken willen voldoende garantie krijgen dat zij niet in de problemen komen. Zij vragen bijvoorbeeld om bescherming te krijgen via het Europese blokkeringsstatuut. Het blokkeringsstatuut van de Europese Unie houdt in dat bedrijven zich niet hoeven te houden aan sancties van buitenlandse mogendheden. Eventuele schade die bedrijven mogelijk lijden, kunnen zij in dat geval verhalen op de Europese Unie. Op die wijze zou samenwerking tussen de banken en het strafhof mogelijk blijven.
David van Weel, minister van Justitie en Veiligheid, liet na een ministerraad weten dat Nederland te klein is om banken in zijn eentje te beschermen. Hiervoor is internationale samenwerking vereist. Ook de Tweede Kamer riep het kabinet op om in Europa te pleiten voor de inwerkingstelling van het blokkeringsstatuut. Inmiddels heeft het kabinet hier gehoor aangegeven door dit voornemen openbaar te maken in de Raad Buitenlandse Zaken
Het Internationaal Strafhof roept ondertussen alle 125 lidstaten, het maatschappelijk middenveld en alle landen ter wereld op om samen op te komen voor gerechtigheid en fundamentele mensenrechten.