D66 en GroenLinks pleiten voor wettelijk recht op thuiswerken

Zou thuiswerken een wettelijk recht moeten worden voor werknemers? Als het aan D66 en GroenLinks ligt wel. Thuiswerken heeft volgens hen veel voordelen en de coronacrisis heeft aangetoond dat thuiswerken succesvol gerealiseerd kan worden. De partijen bundelen daarom hun krachten en gaan aan de slag met een initiatiefwetsvoorstel.

Door Sophie Karatzas

D66 en GroenLinks willen van thuiswerken een wettelijk recht maken om te bevorderen dat thuiswerken in de toekomst normaler wordt en om ervoor te zorgen dat de werkgever een verzoek van een werknemer om thuis te werken alleen kan weigeren als thuiswerken écht niet mogelijk is. De partijen willen dan ook dat er op de werkvloer duidelijke afspraken worden gemaakt om thuiswerken mogelijk te maken.

Verder vinden D66 en GroenLinks het belangrijk dat thuiswerkers een werkplek tot hun beschikking hebben die voldoet aan de eisen voor arbeidsomstandigheden. Daarom willen de partijen dat hetzelfde belastingvoordeel wordt gegeven voor de inrichting van de thuiswerkplek als voor de inrichting van de werkplek op kantoor, zodat werkgevers fiscaal gestimuleerd worden om voor goede thuiswerkplekken te zorgen. 

Voordelen

Thuiswerken heeft volgens de partijen veel voordelen, waaronder het drastisch terugdringen van de ellenlange files op de weg en de enorm drukke spits in het openbaar vervoer. Daarnaast biedt het werknemers de mogelijkheid om hun werk- en privéleven meer in balans te brengen, doordat ze minder rekening moeten houden met reistijd. Verder kunnen werknemers hun eigen werkdag indelen als ze thuiswerken, hetgeen meer tijd overlaat voor sport, hobby’s en het gezinsleven. Thuiswerken zou zelfs bevorderlijk kunnen zijn voor de concentratie, stellen de partijen.

Ondanks de voordelen erkennen de partijen dat thuiswerken niet in iedere sector mogelijk is. Ook willen ze duidelijk maken dat ze niet pleiten voor fulltime thuiswerken. Het is namelijk niet de bedoeling dat hun voorstel het contact tussen mensen wegneemt. Waar het de partijen om gaat, is dat thuiswerken mág, niet dat het moet.

Toelichting door Kamerleden

Volgens D66-Kamerlid Steven van Weyenberg zou thuiswerken ook ná de coronacrisis mogelijk moeten zijn. “Het blijkt dat we thuis vaak net zo veel, of zelfs meer, gedaan krijgen als op kantoor. Niemand zat op de coronacrisis te wachten, en we doen er alles aan om deze situatie zo snel mogelijk achter ons te krijgen. Maar laten we van thuiswerken een blijvertje maken. We hebben de koudwatervrees overwonnen. De techniek kan het aan. En het is goed gebleken voor de werknemers, werkgevers en het milieu. Wat ons betreft verankeren we het recht om thuis te werken, voor wie dat kan, in de wet”, aldus van Weyenberg.

Ook Smeulders van GroenLinks licht toe waarom een wettelijk recht op thuiswerken wenselijk is: “Even ongestoord kunnen werken, niet elke dag in de file of in een overvolle spitstrein, en de ruimte hebben om je werktijden flexibel in te delen. Die ruimte moeten we ook na deze crisis kunnen behouden. Voor een meer ontspannen samenleving is het fijn als je zelf je werktijden en werkplek kan kiezen. We willen dus graag de mogelijkheden hiervoor verruimen”.

Reacties

De PvdA en de SP kunnen zich goed vinden in het idee van D66 en GroenLinks. De PvdA vindt het een mooi voorstel en SP-Kamerlid Bart van Kent erkent dat een recht op thuiswerken een goede manier zou zijn om de druk op de wegen en het openbaar vervoer terug te dringen.

CDA-Kamerlid René Peters is echter minder te spreken over het voorstel en acht een wetswijziging niet nodig om thuiswerken te stimuleren. “De wereld krijgt sowieso veel meer thuiswerken dan voor corona”, vindt Peters. Ook werkgevers zijn geen voorstander van het voorstel. “Je moet dat niet wettelijk vastleggen. Dit land is al dichtgeregeld”, meldt werkgeversorganisatie VNO-NCW.