Europese consumentenorganisaties komen in actie tegen het no-showbeleid dat verschillende luchtvaartmaatschappijen hanteren. Reizigers met een retourticket die een heenvlucht missen, kunnen door zo’n beleid op fikse kosten worden gejaagd doordat hun stoel op de terugvlucht komt te vervallen. De Consumentenbond eist dat KLM de clausule uit haar voorwaarden schrapt.
Door Kirsten Rolloos
Een zogenoemde no-show clausule ziet op tickets die bestaan uit verschillende onderdelen, zoals een heen- en terugvlucht of een rondreis met diverse vluchten. Wanneer een reiziger niet komt opdagen voor een onderdeel, dan komen alle aansluitende boekingen automatisch te vervallen. Wil de passagier alsnog mee met een andere vlucht in het traject, dan moet hij daarvoor een fikse toeslag betalen of een nieuw ticket kopen. Meerdere luchtvaartmaatschappijen hanteren een no-show clausule. Reizigers worden hierdoor onrechtmatig op kosten gejaagd.
Negen Europese consumentenorganisaties zijn een gezamenlijke actie gestart door verschillende vliegmaatschappijen aan te spreken op hun no-showbeleid. Volgens de Consumentenbond heeft KLM een van de meest nadelige regelingen. No-show passagiers die bij KLM alsnog hun ticket willen gebruiken moeten daarvoor een vergoeding betalen die varieert van 125 euro tot 3.000 euro. Dat leidt tot situaties waarin een reiziger bijvoorbeeld 250 euro extra betaalt om op een reeds door hem betaalde stoel in het vliegtuig te mogen zitten.
De Consumentenbond overweegt een gang naar de rechter als KLM de clausule niet snel uit haar voorwaarden schrapt. In België loopt hierover al een rechtszaak tegen Air France en KLM. Inmiddels is bekend geworden dat KLM niet van plan is om de no-show clausule te schrappen. KLM vindt de clausule niet onrechtmatig. Wel gaan de Consumentenbond en KLM eerst in gesprek met elkaar.