Conflict tussen advocaat-stagiair en patroon leidt tot ontbinding van arbeidscontract

Een conflict tussen een Amsterdamse advocaat en advocaat-stagiair is zo geëscaleerd dat de stap naar de kantonrechter is gezet. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst van de advocaat-stagiair per 1 april 2022 mag worden ontbonden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.

Verloop van zaken

De advocaat-stagiair liep vanaf 24 februari 2021 stage bij de Amsterdamse advocaat. Op 15 juni 2021 stuurde hij een e-mail naar de deken van de Amsterdamse Orde van advocaten met hierin de mededeling dat zijn patroon ‘zichtbaar gefrustreerd en kwaad’ was en hem afblafte omdat ze hem schuldig bevond aan het te laat indienden van een bewijsstuk. Een aantal dagen later vond de stagiair aantijgende mails van zijn patroon in zijn mailbox waarin hij werd gewezen op zijn beroepsfouten. De stagiair vraagt om bemiddeling van de Orde. Hierna vonden er twee bemiddelingsgesprekken met de Orde plaats. De relatie leek hersteld totdat het vlak daarna weer misging.

Op 30 augustus 2021 heeft de stagiair aan zijn patroon gevraagd of hij aan zijn opdracht voor de beroepsopleiding mag werken. Zijn patroon gaf hem toestemming om dezelfde middag eerder naar huis te gaan om de opdracht af te maken. De volgende dag heeft de stagiair zich ziekgemeld omdat hij de hele nacht aan de opdracht heeft gewerkt. Zijn patroon was hier niet van gediend en reageerde per WhatsApp dat de opdracht al langere tijd bekend was en hij haar voor het blok zet terwijl ze overlopen van het werk. De advocaat-stagiair reageerde verontwaardigd. Het conflict escaleerde via WhatsApp en het wachtwoord van de stagiair werd geblokkeerd.

Uiteindelijk heeft de advocaat aan de stagiair in een brief laten weten dat ze een verzoek bij de Orde heeft ingediend om mee te werken aan het beëindigen van de samenwerking, de deken gaf hier toestemming voor. Vervolgens werd de stap naar de kantonrechter gezet.

Standpunten van partijen

De advocaat verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met de stagiair te ontbinden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding (art. 7:671b lid 1 BW), ze acht het onmogelijk op de samenwerking voort te zetten wegens ernstig verwijtbaar handelen van de stagiair. Hiermee verwijst de advocaat naar het lasterlijke en dreigende bericht van 2 september 2021 waarin de stagiair aangaf aangifte te doen bij de politie. Daarentegen stelt de stagiair dat er in zijn optiek geen sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat er een jaar lang sprake was van een gezonde, constructieve en vruchtbare samenwerking. Hij acht de kans dan ook groot dat partijen na de kleine verstoring die heeft plaatsgevonden weer goed kunnen samenwerken. Mocht de kantonrechter het contract toch ontbinden verzoekt hij een vergoeding voor de immateriële schade en het salaris dat hij de eerste tien jaar verwacht mis te lopen als hij zijn beroepsopleiding niet voort kan zetten, dit komt neer op een bedrag van 224.991,00 euro.

Uitspraak kantonrechter

Volgens de kantonrechter viel beide partijen wat te verwijten. De advocaat had zorgvuldiger moeten zijn met het geven van kritiek en een dossier moeten vormen. De advocaat-stagiair had de verantwoordelijkheid zijn huiswerk goed te plannen. Hij had ook een ‘stevige bijdrage aan de verdere escalatie’ met zijn whatsappberichten. Uit artikel 7:671b lid 1 BW blijkt dat een arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een definitief verstoorde arbeidsverhouding, het is een klein advocatenkantoor en daarom is een goede verhoudingen tussen partijen essentieel. Daarom wijst de kantonrechter het verzoek van de advocaat toe, de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden per 1 april 2022. Het verzoek om de vergoeding is afgewezen omdat de advocaat wel verwijtbaar heeft gehandeld maar niet ‘ernstig verwijtbaar’.