Afgelopen week heeft de Tweede Kamer ingestemd met een wetsvoorstel waardoor werkgevers vanaf 2020 gecompenseerd zullen worden voor de transitievergoeding die zij moeten betalen bij het ontslag van langdurig zieke werknemers.
Door Kirsten Willms
Een werknemer die tenminste twee jaar in dienst is en waarvan de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, heeft recht op een transitievergoeding. Deze vergoeding is bedoeld als compensatie voor het ontslag en dient de transitie naar een andere baan te vergemakkelijken voor de werknemer.
De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en werknemer. Op de vergoeding kunnen kosten van de werkgever in mindering worden gebracht die verband houden met maatregelen gericht op het bevorderen van het vinden van een nieuwe baan ten behoeve van de werknemer. Daarnaast wordt in de wet tegemoet gekomen aan kleine werkgevers met minder dan 25 mensen in dienst en aan werkgevers die door het betalen van de transitievergoeding in ernstig financiële problemen dreigen te komen.
De langdurig arbeidsongeschikte werknemer
De werkgever is de transitievergoeding in beginsel altijd verschuldigd, ook wanneer het dienstverband wordt opgezegd omdat de werknemer al twee jaar de bedongen arbeid niet heeft kunnen verrichten wegens ziekte en herplaatsing niet mogelijk is. Deze verplichting wordt door werkgevers vaak als zwaar en onredelijk ervaren, aangezien de werkgever hieraan voorafgaand gedurende twee jaar het loon van de werknemer heeft doorbetaald en kosten heeft gemaakt ten behoeve van de re-integratie van de zieke werknemer.
De kosten die werkgevers in Nederland maken wanneer een werknemer ziek wordt, zijn uitzonderlijk in vergelijking met andere Europese landen. In België moeten werkgevers het loon van de zieke werknemer gedurende de eerste vier weken doorbetalen. In Duitsland zes weken en in Finland, Zweden en Noorwegen slechts een tiental werkdagen.
Het wetsvoorstel
Toch wordt een vrijstelling van de verplichting om aan langdurig arbeidsongeschikte werknemers een transitievergoeding te betalen door de regering onwenselijk geacht. Deze vergoeding kan immers ook voor deze werknemers de transitie naar een nieuwe baan vergemakkelijken. Daarnaast zou het uitzonderen van de langdurig arbeidsongeschikte werknemer van het recht op een transitievergoeding een schending zijn van het beginsel van gelijke behandeling.
Door Minister Koolmees werd voorgesteld om werkgevers te compenseren voor deze kosten en de Tweede Kamer heeft hiermee ingestemd. De compensatie zal naar verwachting vanaf 2020 worden verstrekt door het UWV. De compensatie zal uit het Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf) komen waartegenover een premieverhoging staat.