Een tijd terug heeft de rechtbank Rotterdam een sollicitant afgewezen doordat ze weigerde haar hoofddoek af te zullen doen voor een zitting. De rechtbank was van oordeel dat het niet neutraal zou overkomen, onder andere omdat het in strijd zou zijn met het Togabesluit.
Door Tim van den Belt
In een reactie betreurt de Rechtspraak het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens (CRM). Zij geven aan het Togabesluit strikt na te leven. Ook griffiers vallen onder dit Togabesluit. Zij geven aan dat er meer personen werken met religieuze overtuigingen en dat hantering van zo’n kledingvoorschrift geen groepen uitsluit. Om schijn van partijdigheid te voorkomen moet de kleding binnen de rechterlijke macht geen blijk geven van een bepaalde levensovertuiging.
Op grond van de Algemene wet gelijke behandeling mag niemand worden afgewezen wegens zijn of haar geloofsovertuiging. Volgens het college is dit indirect door de Rechtspraak gedaan, gelet op het feit dat het verbieden van een hoofddoek an sich niet een weigering is op basis van een geloofsovertuiging, maar doordat dit personen in het bijzonder treft die het dragen wegens een geloofsovertuiging.
Het college geeft wel aan dat de redenering van de Rechtspraak, neutraliteit uitstralen, een legitiem doel is. Het is volgens hen zelfs een zwaarwegend belang. Het college verwijt de Rechtspraak echter dat zij niet nader hebben onderbouwd waarom een hoofddoek dragen als griffier, welke niet behoort tot de Rechterlijke macht, afbreuk doet aan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht. Het college ziet dan ook niet waarom deze waarden zouden worden aangetast. Zij vinden, gelet daarop, dat voornoemd oordeel gebaseerd op het dragen van een hoofddoek een te zwaar middel is om deze waarden te verdedigen nu een ander breed maatschappelijk belang raakt, namelijk een gelijke behandeling.
Dit oordeel heeft de Rechtspraak voorlopig naast zich neergelegd. Of dit juistens is mag u zelf beoordelen in de comments.