Chipmachines van Nederlandse fabrikant mogen niet naar China

De chipmachines van de Nederlandse fabrikant ASML mogen volgens de VS niet naar China. Uit anonieme bronnen blijkt dat de Amerikaanse regering de Nederlandse regering onder druk heeft gezet om de verkoop van chipmachines aan een Chinese fabrikant te voorkomen.

Door Bo Geurts

Dit meldt het persbureau Reuters, zo blijkt uit een nieuwsbericht van de NOS van 6 januari 2020. De apparaten waar het om gaat zijn extreem ultraviolet machines. Deze zijn essentieel om de komende jaren de meest geavanceerde chips te kunnen maken. ASML is de enige maker ter wereld van deze machines.

De apparaten staan op de lijst van goederen die onder het Wassenaar Arrangement vallen. Dit is een verdrag dat toeziet op de export van goederen die ook militair kunnen worden ingezet. Hiervoor is een exportvergunning nodig. Deze vergunning van ASML is verlopen, maar de Nederlandse regering is aan het kijken of een nieuwe exportvergunning kan worden uitgegeven. Het blokkeren van de verkoop van de machines door de VS is alleen mogelijk als er in zo’n machine voor 25 procent aan Amerikaanse onderdelen zit. Deze drempel wordt niet gehaald. Door druk te zetten op de Nederlandse regering, wil de Amerikaanse regering voorkomen dat een nieuwe exportvergunning wordt uitgegeven.

De reden om druk te zetten is dat er volgens de VS veiligheidsrisico’s zijn verbonden aan het exporteren van de machines naar China. Welke risico’s dit precies zijn is echter niet duidelijk. Wel is duidelijk dat het druk zetten op de Nederlandse regering hoogstwaarschijnlijk voortkomt uit de lopende handelsoorlog tussen de VS en China. De handelsbelangen rond de chiptechnologie zijn namelijk heel erg groot en de VS wil de handel hierin niet verliezen door China een grote handelspeler te laten worden in de chipmachines.