Canada en de Verenigde Staten zijn het op de valreep eens geworden over het aanpassen van de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA). President Trump dreigde namelijk uit het verdrag te stappen als niet op tijd overeenstemming zou worden bereikt.
Door Eline van der Zwaag
Eerder deze maand werd duidelijk dat de VS en Canada een maand de tijd zouden hebben om het eens te worden over een vervolg op het handelsverdrag NAFTA. De heronderhandeling van het verdrag vond plaats omdat president Trump van mening was dat het bestaande akkoord nadelig was voor de werkgelegenheid in de VS. Voor Trump waren heronderhandelingen over het verdrag een van de speerpunten van zijn America first-beleid.
Mocht het niet binnen een maand lukken om een overeenkomst te bereiken over de aanpassing van het verdrag, dan zou president Trump alleen met Mexico in zee gaan. Ook dreigde de president met het invoeren van heffingen op Canadese producten als er voor maandag 1 oktober geen akkoord zou zijn. Met Mexico bereikte de VS in augustus al een overeenstemming over nieuwe afspraken. Er zijn onder meer afspraken gemaakt die de Amerikaanse automarkt beschermen tegen de lage lonen in Mexico.
De NAFTA beschrijft de regels van de grootste vrijhandelszone ter wereld en werd in 1994 ingevoerd. Het verdrag is goed voor meer dan 1000 miljard dollar per jaar aan handel tussen Mexico, de VS en Canada. Door het tekenen van het verdrag hebben de landen zich verplicht tot het verlagen of afschaffen van importtarieven. De afgelopen jaren is de export tussen de landen gestegen, maar evaluatie van het verdrag is lastig.
Zondag 30 september werd net voor middernacht een akkoord tussen Canada en de VS bereikt, waarin onder meer afspraken zijn gemaakt over de toegang van Amerikaanse boeren tot de Canadese zuivelmarkt en beperking van de export van in Canada geproduceerde auto’s naar de VS. Het nieuwe verdrag krijgt de naam United States-Mexico-Canada Agreement (USMCA).