Beëindigen religieus huwelijk wordt vergemakkelijkt

Voor personen die niet getrouwd willen blijven, maar er niet in slagen hun (religieuze) huwelijk te ontbinden, wordt het gemakkelijker om te scheiden. Uit een wetsvoorstel dat bij de Tweede Kamer is ingediend, blijkt dat de wet wordt aangepast, zodat huwelijkse gevangenschap verleden tijd wordt.

Door Rose-Marie Mühren

Huwelijkse gevangenschap houdt in dat een persoon tegen zijn of haar wil in een (religieus) huwelijk blijft, omdat ontbinding van het huwelijk niet lukt, bijvoorbeeld omdat de partner niet wil meewerken aan ontbinding. Op dit moment kan de rechter al een bevel geven om mee te werken aan ontbinding van het religieuze huwelijk, maar de behandeling van het verzoek is straks niet meer afhankelijk van de vraag of dit kan leiden tot vertraging van de echtscheidingsprocedure. Dit zal ervoor zorgen dat er sneller een einde wordt gemaakt aan de huwelijkse gevangenschap, waardoor echtgenoten eerder verder kunnen met hun leven.

De rechter krijgt de ruimte om in één procedure zowel de echtscheiding als de ontbinding van het religieuze huwelijk te regelen. Ook wordt er een bepaling opgenomen waarin staat dat partijen in een religieus huwelijk in beginsel verplicht zijn om mee te werken aan de religieuze scheiding. Minister Sander Dekker (van Rechtsbescherming) vindt het onwenselijk dat echtgenoten in de ogen van de religieuze gemeenschap met elkaar gehuwd blijven, ook als het burgerlijk huwelijk is ontbonden. Dit zorgt bijvoorbeeld voor moeilijkheden bij het sluiten van een nieuw huwelijk. ‘Iedereen moet de vrijheid hebben om te scheiden en om zijn of haar leven weer los van elkaar te kunnen voortzetten’, aldus Dekker.