De Nederlandse grootbanken hebben afspraken gemaakt met minister van Financiën Wopke Hoekstra over slachtoffers van spoofing. Met terugwerkende kracht kunnen deze slachtoffers een schadevergoeding aanvragen. Wel gelden bepaalde voorwaarden.
Spoofing is kort gezegd fraude middels het aannemen van een andere identiteit en kent verschillende vormen, zoals e-mailspoofing, websitespoofing (een neppe website die lijkt op een echte website), telefoonnummerspoofing (bijvoorbeeld helpdeskfraude) en IP-adresspoofing. Die laatste komt het minste voor. E-mailspoofing is de bekendste vorm en houdt in dat er een e-mail wordt verstuurd vanuit een e-mailadres dat niet echt van de afzender is.
Misbruik aantonen
Grootbanken ING, Rabobank, ABN AMRO en SNS Bank hebben afgelopen december met Hoekstra afgesproken dat schade kan worden vergoed als er aantoonbaar en overtuigend sprake is van misbruik van de naam of het telefoonnummer van deze banken. Slachtoffers moeten daarnaast klant zijn bij de betreffende bank én moet aangifte bij de politie doen en een kopie van het proces-verbaal aan de bank kunnen verstrekken. Er mag daarnaast geen sprake zijn van grove nalatigheid.
De coulanceregeling geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020. In diverse persberichten meldden de banken afgelopen maand dat zij dan wel niet aansprakelijk zijn voor de schade die hun klanten hebben geleden door spoofing, maar dat er door criminelen bij deze vorm van oplichting wel misbruik wordt gemaakt van het vertrouwen dat klanten in deze banken hebben.
Niet zomaar elke vorm van fraude wordt overigens vergoed door de bank. De schadevergoedingsregeling geldt bijvoorbeeld niet voor vormen van fraude waarbij klanten zelf transacties uitvoeren, zoals WhatsApp- en Marktplaatsfraude.