Arbeidsmarkt gaat op de schop, nieuwe regels voor contracten en zzp’ers

De Nederlandse arbeidsmarkt gaat de komende jaren ingrijpend veranderen. Hierover hebben het kabinet, vakbonden en werkgevers onlangs afspraken gemaakt. De nieuwe maatregelen, waarvan vooral werknemers met tijdelijke contracten en zzp’ers de effecten zullen merken, moeten op de lange termijn meer financiële zekerheid bieden.

Het gaat al jaren helemaal niet goed met de Nederlandse arbeidsmarkt. De situatie is nu echter zo problematisch geworden dat we ons hoge welvaartsniveau dreigen te verliezen. Dit was ruim drie jaar geleden de alarmerende onderzoeksconclusie van de commissie-Borstlap, die in opdracht van het toenmalige kabinet de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt onderzocht. Die ontwikkelingen waren volgens de commissie de oorzaak van verschillende maatschappelijke, economische en sociale problemen waar ons land nog altijd mee te maken heeft. “Het gaat echt niet goed zo”, verzuchtte commissievoorzitter Hans Borstlap in januari 2020.

Eén van de bevindingen van de commissie was dat veel werknemers structureel in onzekerheid verkeren over hun baan. Zij durven hierdoor bijvoorbeeld niet te betalen voor een dure opleiding uit angst om door omstandigheden hun baan kwijt te raken. Werkgevers zien op hun beurt ook geen reden om te investeren in scholing. Zij hebben namelijk relatief veel goedkope flexwerkers in dienst, die eenvoudig kunnen worden ontslagen als de situatie daarom vraagt.

Vicieuze cirkel

Deze vicieuze cirkel heeft volgens de commissie grote economische en maatschappelijke gevolgen. Werkenden zonder bepaalde specifieke kennis kunnen bijvoorbeeld niet goed meekomen met buitenlandse werknemers die deze kennis wel hebben. De internationale concurrentiepositie van Nederland is hierdoor de afgelopen jaren al flink verslechterd. Daarnaast leidt de continue onzekerheid over werk en inkomen ertoe dat mensen zich steeds verder afkeren van de maatschappij. Zo sprak de commissie jongeren met een flexbaan voor wie de financiële zorgen nu al zo groot zijn dat ze later geen gezin durven stichten. “Daar moeten we even bij stilstaan. Dit is een ernstige sociale kwestie”, aldus Borstlap.

Het is gelukkig ook een kwestie waarvoor volgens de commissie nog oplossingen bestaan. Werkgevers zouden hun werknemers bijvoorbeeld vaker vaste contracten moeten kunnen aanbieden zonder daarbij grote financiële risico’s te lopen. Een drastische daling van het aantal flexwerkers en zzp’ers en een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering zouden in de ogen van de onderzoekscommissie ook een oplossing kunnen bieden.

Financiële zekerheid

Karien van Gennip, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, neemt de aanbevelingen van de commissie-Borstlap drie jaar later over en komt met strengere regels voor de arbeidsmarkt. Ze wil dat werkgevers voortaan zo min mogelijk oproepcontracten aanbieden. Werkenden zouden in plaats daarvan een vast ‘basiscontract’ moeten krijgen. Zo’n contract biedt volgens de minister meer financiële zekerheid én heeft als bijkomend voordeel dat werknemers wat betreft werktijden beter weten waar ze aan toe zijn.

Verder zijn zogeheten ‘draaideurconstructies’ binnenkort verleden tijd. De nieuwe regel wordt dat werknemers na drie tijdelijke contracten vijf jaar lang niet meer bij de betreffende werkgever mogen werken. Werkgevers zouden daardoor eerder geneigd moeten zijn om vaste contracten aan te bieden. Zij krijgen in ruil hiervoor het recht om hun werknemers tijdens een crisis zes maanden lang ergens anders te laten werken zonder dat dit extra geld kost.

Er komen ook veranderingen aan voor onverzekerde zzp’ers. Zij zouden voortaan verplicht een arbeidsongeschiktheidsverzekering moeten afsluiten. Hiermee wil de minister voorkomen dat zzp’ers die hun functie niet meer kunnen uitoefenen zonder inkomen komen te zitten.

‘Zorgelijke punten’

De reacties op de plannen van de minister zijn overwegend positief. Zo stelt Ingrid Thijssen, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW, dat hiermee een einde komt aan ‘beschikbaar voor alles, maar recht op niets’-contracten. Toch is niet iedereen meteen enthousiast. Werkgeversvereniging AWVN ziet nog enkele ‘zorgelijke punten’ bij de uitvoering van de plannen. “Dat moet bij het UWV terechtkomen, maar die organisatie heeft al veel te doen. Of ze dit aankunnen, is nog maar de vraag”, aldus een woordvoerder. De tijd zal het leren. Van Gennip hoopt dat de Tweede Kamer haar plannen in het voorjaar van 2024 kan behandelen, waarna de maatregelen stapsgewijs zullen worden ingevoerd.