AP: Centrale databank persoonsgegevens is onverantwoord en riskant

Met een wijziging van de Paspoortwet wil het kabinet overgaan naar één centrale database voor gezichtsopnames, handtekeningen en vingerafdrukken. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) concludeert dat zo’n opslagplek te veel risico’s met zich meebrengt, en adviseert dan ook de plannen te wijzigen of in te trekken.

Tot op heden worden persoonsgegevens die nodig zijn voor de aanvraag van een identiteitskaart of paspoort opgeslagen in een decentrale databank van de gemeente. Echter, hier wil het kabinet verandering in brengen. In het voorstel is te lezen dat de centrale voorziening ertoe zou moeten dienen de uitgave van identiteitsbewijzen te vereenvoudigen. Alle tot uitgifte bevoegde autoriteiten kunnen dan namelijk bij dezelfde gegevens. Daarnaast wordt bijvoorbeeld het vergelijken van gezichtsopnames gemakkelijker.

 Misbruik

De decentrale databanken zouden volgens het kabinet veel trager werken en slechter te beveiligen zijn. Hier is de Autoriteit Persoonsgegevens het niet eens. Integendeel; één grote opslagplek van persoons- en biometrische gegevens zou ongelofelijk aantrekkelijk zijn voor cybercriminelen. Waar ze op dit moment ruim driehonderd verschillende opslagplaatsen zouden moeten kraken, zijn ze in een centrale opslagplek met één hack klaar.

Niet alleen cybercriminelen zijn overigens een aanzienlijk gevaar, maar ook de overheid zelf. De Staat zou veel te gemakkelijk toegang krijgen tot de persoonsgegevens. En ook al is dat niet het doel van het voorstel, het biedt tegelijkertijd niet de garantie dat eventueel misbruik in de toekomst niet zal plaatsvinden.

Onvoldoende motivatie

Een fundamenteel beginsel van onze democratie is het motiveringsbeginsel. Alle wetgeving dient te berusten op een duidelijke onderbouwing, om bijvoorbeeld willekeur tegen te gaan. De Autoriteit Persoonsgegevens vindt dat bij dit voorstel deze motivatie ontbreekt. De voordelen van de databank worden uitvoerig uiteengezet, maar de nadelen amper. Het verbeteren van het huidige stelsel wordt in “onlogisch, complex en kostbaar” genoemd, maar ook dit wordt niet voldoende gemotiveerd. ‘Je moet echt met hele goede argumenten komen als je zoiets ingrijpends wil. Als je die niet hebt, dan moet je het gewoon niet doen,’ aldus AP-voorzitter Aleid Wolfsen.

Alexandra van Huffelen (staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering) zegt het advies te gaan bestuderen en later met een reactie te komen.