Handhavers in Amsterdam mogen in de toekomst zichtbare religieuze uitingen dragen zoals een hoofddoek of keppel. Onder meer Arnhem, Den Haag en Utrecht hebben al besloten religieuze uitingen bij boa’s toe te staan. De boa-vakbond is hier niet blij mee en is bang voor verwarring en het verlies van neutraliteit.
Als het aan BOA Bond-voorzitter Ruud Kuin ligt komen er landelijke afspraken. Het opstellen van kledingvoorschriften voor boa’s is nu in handen van gemeenten. Kuin: “Het wordt een ratjetoe als er in verschillende steden een ander uniform, een andere uitstraling bestaat.”
De gemeente Amsterdam vindt het echter belangrijker dat medewerkers hun godsdienst kunnen uiten. Het college van B&W gaat uit van de onpartijdigheid en professionaliteit van ambtenaren en zegt ervan overtuigd te zijn dat alle ambtenaren professioneel en onpartijdig zijn in hun handelen, ongeacht hun religieuze achtergrond. Daarnaast hoopt de gemeente dat door het toestaan van religieuze uitingen meer mensen ervoor kiezen om handhaver te worden. Het is nog niet bekend per wanneer het nieuwe beleid ingaat.
Richtlijn
In 2022 kwam een richtlijn voor de uitstraling van boa’s. Deze richtlijn is opgesteld aan de hand van eerdere adviezen die zijn uitgebracht ten behoeve van de totstandkoming van een gedragscode bij de politie. Het gaat om een neutrale uitstraling van strafrechtelijke handhavers naar het publiek toe. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan het dragen van toga’s in de rechtspraak. Ondanks dat deze richtlijn niet dwingend is, wordt er nog weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zichtbare religieuze uitingen te dragen.