Amsterdam schiet jongeren met hoge schulden te hulp

Van de Amsterdamse jongeren tussen 18 en 34 jaar geeft maar liefst 34% aan schulden te hebben. Vanaf februari gaat de gemeente Amsterdam schulden van jongeren overnemen en die omzetten in een lening die zij naar draagkracht kunnen afbetalen. Op deze manier wil de gemeente jongeren de mogelijkheid geven om aan hun toekomst te bouwen. 

Door Kirsten Rolloos

Met het project ‘Jongeren schuldenvrije start‘ wil wethouder Marjolein Moorman jongeren tot 27 jaar die problematische schulden hebben helpen een nieuwe start te maken. Schulden bij jongeren komen vooral door rood staan, betalingsachterstanden bij zorgverzekeraars en mobiele aanbieders en studieleningen bij DUO. Volgens de wethouder zorgen schulden voor veel stress en is de verleiding voor de jongeren groot om hun opleiding te staken en te gaan werken. Bovendien zijn schuldeisers vaak terughoudend bij de sanering van hun schulden. Schuldeisers denken dat als de jongere bijvoorbeeld stopt met een studie en gaat werken, het inkomen toeneemt en er meer te halen valt, aldus wethouder Moorman.

In februari gaat het project van start. Zo’n 150 deelnemers worden geselecteerd uit een groep jongeren die al bekend is bij schuldhulpverleners in Amsterdam. Een coach van het Jongerenpunt maakt samen met de jongere een plan op maat voor het vinden van een baan of het volgen van een opleiding. De gemeentelijke Kredietbank onderhandelt vervolgens met de schuldeisers en koopt de schulden van de deelnemers af. Om schuldeisers over de streep te trekken betaalt de gemeente 750 euro mee. De jongere betaalt daarna de restschuld naar draagkracht terug aan de Kredietbank. Als de jongere zich inspant voor het vinden van werk of een opleiding kan de Kredietbank een deel van de schuld kwijtschelden.

Om in 2020 zo’n 150 jongeren een schuldenvrije start te bieden heeft de gemeente 350.000 euro opzijgezet. Overigens is de gemeente Amsterdam niet de eerste die met een dergelijke schuldenregeling voor jongeren komt. Onder andere Den Haag en Utrecht hebben al een vergelijkbare regeling.