‘Amerikaanse claims’ in Europa?

De Franse rechter heeft onlangs besloten dat een 30-jarige vrouw één miljoen euro schadevergoeding krijgt, nadat een slagroomspuitbus in haar gezicht ontplofte. Ook haar kinderen en echtgenoot krijgen elk 10.000 euro. Betekent dit dat de Amerikaanse ‘claimcultuur’ ook steeds meer Europa binnendringt?

Door Jolein Rijkers

Toen de Franse Emilie Lada haar chocolademousse wilde afwerken met slagroom, ontplofte de spuitbus waardoor het plastic deksel hard in haar gezicht werd geblazen. De druk van de carbon dioxide in de fles was te sterk. De vrouw werd meteen naar het ziekenhuis gebracht, aangezien ze in direct levensgevaar was. Nu, vier jaar later, heeft ze nog steeds geheugenproblemen en mist ze een deel van haar smaak- en reukzin. Ook is een deel van haar gezicht weggebrand, de wonden die daardoor zijn ontstaan zijn door middel van plastische chirurgie weggewerkt. Ze is nog steeds arbeidsongeschikt. De fabrikant van de spuitbus, F2J, en de verzekeringsmaatschappij, AXA, moeten daarvoor de prijs betalen: Emilie Lada zelf krijg één miljoen euro schadevergoeding en haar kinderen en echtgenoot elk 10.000 euro.

Rechtszaken die leiden tot dergelijke hoge schadeclaims vinden veelal plaats in Amerika. Wellicht het meest beruchte geval van de Amerikaanse ‘claimcultuur’ is de zaak Liebeck vs. McDonald’s. In deze zaak draait het om Stella Liebeck, een vrouw die brandwonden oploopt als ze koffie op haar schoot morst die ze even daarvoor bij de McDonald’s heeft gekocht. De vrouw klaagt McDonald’s aan vanwege de te hoge temperatuur van de koffie, waarop de jury haar een schadevergoeding van 2,8 miljoen dollar toekent. In juli 2014 kende een jury in Florida 23,6 miljard dollar toe aan een weduwe van een aan longkanker overleden man. De vrouw stelde dat sigarettenfabrikant RJ Reynolds verantwoordelijk was voor de dood van haar man, vanwege het onvoldoende waarschuwen voor de gezondheidseffecten van roken. Echter, in beide zaken schroefde de rechter het door de jury toegekende bedrag flink omlaag: de McDonald’s-zaak leidde uiteindelijk tot een schikking van 600.000 dollar; de RJ Reynolds-zaak leidde tot 16,9 miljoen dollar schadevergoeding voor de weduwe, wat alsnog niet mis is.

Of de ‘Amerikaanse claims’ ook in Europa steeds meer gewoonte worden, is nog de vraag. Dat in Europa anders tegen schadevergoedingen wordt aangekeken blijkt onder andere uit de afwikkeling van het Volkswagen-schandaal in 2015. Terwijl Amerikaanse en Canadese eigenaren van een Volkswagen met ‘besmette diesel’ een schadevergoeding van 1.000 dollar mochten ontvangen, hoefden Europese eigenaren niet te rekenen op een dergelijke tegemoetkoming.