Een ontslagen ambtenaar krijgt vanaf 2020 te maken met de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren. Ambtenaren zullen rekening moeten houden met andere ontslaggronden omdat het ontslag niet meer zal worden afgewikkeld door de bestuursrechter maar door de kantonrechter. Een externe partij zal onder dit nieuwe systeem voortaan bekijken of het ontslag wel terecht is. Het initiatief binnen de ontslagprocedure komt bij de overheidswerkgever te liggen.
Door Donny Buisman
Momenteel wordt het ontslagbesluit genomen door het college van burgemeesters en wethouders of een minister. Aan dit besluit gaat een voornemen vooraf waarover de ambtenaar wordt gehoord. De ontslagen ambtenaar kan – mocht dit nodig zijn – bezwaar indienen bij het bestuursorgaan. Het is vervolgens mogelijk om in beroep te gaan bij de bestuursrechter en eventueel een uitzonderlijk hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep. Deze ontslagprocedure gaat relatief snel omdat de ontslagen ambtenaar binnen zes weken zijn bezwaarschrift moet indienen bij het bestuursorgaan.
Dit zal anders worden met de komst van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren. De overheidswerkgever moet dan het initiatief nemen om het aangekondigde ontslag door te zetten. Een externe instantie zal de rechtmatigheid van dit ontslag toetsen. Er zal getoetst worden aan de ontslaggronden uit het Burgerlijk Wetboek. De ambtenaar kan eveneens initiatief nemen door achteraf nog een procedure aanhangig te maken bij de kantonrechter. Het initiatief komt in eerste aanleg echter bij overheidswerkgever te liggen.
Voormalig bijzonder hoogleraar arbeidsvoorwaardenvorming in de publieke sector Sprengers wijst in dit verband op een aanstaande wetswijzing waarin er een cumulatie van ontslaggronden wordt geregeld. Momenteel kan het ontslag enkel plaatsvinden bij een voldragen grond. Bij het ingaan van deze nieuwe wet is het mogelijk om ambtenaren te ontslaan bij twee of meer niet voldragen gronden. Het ontslag lijkt dan gemakkelijker te bewerkstelligen te zijn dan momenteel.