‘Vliegen en hollen, tot je echt niet meer kan’. Met die ondertitel schreef de Volkskrant afgelopen week over het oerwoud aan bestuursfuncties, bijbaantjes, stages en buitenlandervaring op het cv van de student. Het gevolg? Een lijstje waar je mee aan kunt komen bij je wellicht toekomstige werkgever, maar is dat het waard?
Door de afschaffing van de basisbeurs, de toegenomen studiedruk door de verplichte te halen studiepunten en de pittige strijd op de arbeidsmarkt is de studietijd van de gemiddelde student behoorlijk stressvol geworden. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) signaleerden vorig jaar al dat de behoefte aan psychische hulp onder studenten groeit.
Lees ook onze reeks scriptiestress, met allerlei artikelen vol tips om de eindstreep te halen.
‘Veel studenten zitten in een spagaat’, zegt ISO-voorzitter Rhea van der Dong tegen de Volkskrant. ‘Ze voelen de financiële noodzaak om snel af te studeren en hebben het idee dat ze naast hun studie minstens een stage, een bestuursjaar en buitenlandervaring moeten doen om kans te maken op een baan.’ Veel studenten zouden niet durven te kiezen, dus doen ze het allemaal. ‘Dat is al snel te zwaar.’
De cijfers lijken dit bevestigen. In 2005 staken studenten wekelijks gemiddeld 24 uur in hun studie; tien jaar later is dat dertig uur. En waar tien jaar geleden nog een kwart een bestuursfunctie vervulde, is dat in 2015 gestegen naar ruim een derde van de studenten.
[poll id=”18″]