Rechter verleent zorgmachtiging tot gedwongen anticonceptie

Op 9 september heeft de rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend tot het toedienen van verplichte anticonceptie. Het is een van de eerste zorgmachtigingen die zijn verleend onder de nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Het is een ingrijpende mogelijkheid die grote invloed heeft op betrokkene.

Door Caspar Bottemanne

In 2020 is de nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg in werking getreden. De wet maakt het mogelijk dat verplichte anticonceptie kan worden toegediend aan vrouwen van wie wordt verwacht dat zij of hun kind ernstig nadeel ondervinden aan het krijgen van een kind. De wet is bedoeld voor vrouwen die bijvoorbeeld een ernstige psychische aandoening hebben en daardoor onbekwaam zijn zelf voor hun kinderen te zorgen. Het is een beladen onderwerp dat bij de invoering dan ook op veel kritiek kon rekenen. Politici hekelde onder andere dat de wet te ingrijpend was op grondrechten van burgers. Bijzonder is dat de maatregel niet aan mannen opgelegd kan worden aangezien er geen tijdelijke anticonceptie kan worden toegediend bij mannen. Vrouwen krijgen een prikpil die enkele maanden werkzaam is. Voor mannen is er geen vergelijkbaar middel.

Zaak Rotterdam

Een aantal keer is in 2020 een dergelijke zorgmachtiging door de rechter verleend. De zorgmachtiging wordt  voor een bepaalde tijd verleend waarna een nieuwe weging wordt gedaan. De machtiging kan bijvoorbeeld worden gegeven voor een periode van een half jaar. In de zaak bij de rechtbank Rotterdam geeft de rechter een aantal toetsingscriteria en argumenten waarom de machtiging dient te worden verleend. De rechter noemt onder andere de eis dat er ernstig nadeel voor de vrouw of het kind moet bestaan. De vrouw had een schizo-affectieve stoornis die haar welzijn en maatschappelijke positie ernstig belemmerde. De vrouw had al meerdere kinderen gekregen in het verleden die allemaal uit de zorg van de vrouw zijn gehaald.

Voor- en tegenstanders

Oud-kinderrechter Cees de Groot is voorstander van de mogelijkheid, bij de NOS zei de Groot: “Want zo’n kind heeft er ook niets aan als het geboren wordt, geen band met zijn of haar moeder kan ontwikkelen en meteen ergens in een inrichting of pleeggezin wordt geplaatst.” Christelijke politici maar ook Sylvana Simons van BIJ1 zijn tegen de bepaling. Vaak wordt genoemd dat de wet ingaat tegen de lichamelijke integriteit en vrijheid van burgers. Nu de wet ook echt uitgevoerd wordt, zal blijken wat de maatschappelijke impact en gevolgen zijn.