Eind april heeft de rechtbank in Brussel Salah Abdeslam en Sofien Ayari veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar. Dit wegens poging tot moord met terroristisch oogmerk en verboden wapenbezit in het Brusselse Vorst in maart 2016.
Door Deborah van Spelde
Parijs
Beide mannen zijn verdachten van de aanslagen in Parijs op 13 november 2015. Tijdens de zoektocht van de politie werden zij aangetroffen in een pand in Vorst. Vanuit dit huis hebben Abdeslam, Ayari en de derde verdachte Belkaïd op de politie geschoten. Twee agenten raakten daarbij gewond en verdachte Belkaïd werd door de politie doodgeschoten.
De rechter oordeelde op 23 april dat de drie verdachten van tevoren met elkaar hadden afgesproken dat zij zich bij een eventuele politie-inval zouden verzetten. Volgens de rechter heeft niet alleen Belkaïd geschoten, maar ook minstens één van de twee andere verdachten.
Bij de aanslagen in Parijs vielen 130 doden. België en Frankrijk hebben daarom afgesproken dat de zaak in Frankrijk voorrang krijgt. Dat betekent dat Abdeslam en Ayari eerst de eventuele straf die zij na het proces in Frankrijk opgelegd krijgen dienen uit te zitten. Pas na afloop van die straf zullen ze de straf die de Brusselse rechter heeft opgelegd uit kunnen zitten.
Boston
Een andere zaak waarin verdachten na hun terreurdaad op de vlucht sloegen was de aanslag tijdens de marathon van Boston in 2013. Dzjochar Tsarnajev en zijn broer doodden daar drie mensen met een bom. Tevens raakten meer dan 250 mensen gewond. Dzjochar en zijn broer sloegen op de vlucht. Toen zij uiteindelijk werden gevonden door de politie mondde dit uit in een vuurgevecht waarbij de broer van Dzjochar werd doodgeschoten.
Dzjochar voerde aan dat hij tijdens de aanslag onder druk van zijn broer handelde. Zowel de jury als het Openbaar Ministerie geloofden hem niet. De jury heeft vervolgens unaniem besloten dat de doodstraf aan Dzjochar moest worden opgelegd.