14 jaar cel voor asielzoeker wegens zware mishandeling

Een 44-jarige asielzoeker is in hoger beroep veroordeeld tot 14 jaar cel wegens zware mishandeling van twee vrouwen. In 2022 gooide Tarek S. doelbewust kokendhete olie over twee medewerkers van het asielzoekerscentrum (AZC) in Sweikhuizen, waar hij destijds verbleef.

De Iraniër, die in 2015 als politiek vluchteling naar Nederland kwam, kreeg in januari 2022 te horen dat hij tegen zijn zin zou worden overgeplaatst naar een ander AZC. Daarom verhitte hij in de keuken vijf flessen olie, die hij naar eigen zeggen “al een tijdje in bezit had.” Vervolgens stak hij een zakdoek in brand en hield deze bij het brandalarm, waarmee hij hoopte medewerkers naar de keuken te lokken. Toen twee medewerkers de trap opkwamen naar de keuken, gooide de man de verhitte olie over hen heen. S. stelde dat hij het niet op de twee slachtoffers had gemunt, maar op een andere medewerker. Dat maakt volgens het Hof echter geen verschil: “De verdachte heeft zijn plan immers doorgezet toen hij zag dat (…) andere medewerkers van het asielzoekerscentrum eerst ter plaatse waren.”

Beide medewerkers liepen brandwonden op over hun hele lichaam. Eén van hen lag zelfs enige tijd in coma. Ze hebben meerdere operaties moeten ondergaan en zijn nog steeds onder behandeling. “De verdachte heeft (…) de slachtoffers (…) onvoorstelbaar leed en pijn toegebracht,” aldus het Hof. “De slachtoffers hebben geruime tijd in het ziekenhuis gelegen en moeten de rest van hun leven door met de gevolgen van de zeer ernstige brandwonden over hun lichaam. Dat letsel is blijvend en ontsierend.” S. moet de twee vrouwen bijna 109.000 euro aan schadevergoeding betalen.

Voorbedachten rade

De man werd door het Hof veroordeeld tot een celstraf van 14 jaar wegens zware mishandeling, wat twee jaar hoger is dan de eis van het Openbaar Ministerie. De rechtbank legde hem in 2023 een celstraf van 12 jaar op, waarna de verdachte in hoger beroep ging. De hogere straf komt mede omdat het Hof stelt dat er sprake is van voorbedachten rade, wat een strafverzwarend effect heeft. De verdachte handelde niet uit een gemoedsopwelling en had ook voldoende tijd om het voorgenomen plan niet uit te voeren. Desondanks heeft hij het plan doorgezet en uitgevoerd.

S. zei na zijn aanhouding dat hij liever in een Nederlandse gevangenis zit dan dat hij wordt uitgezet. Maar door deze strafprocedure is hij zijn kans op een verblijfsvergunning kwijt.