ECLI:NL:RBDHA:2024:17892 (Smaakverbod vapes onrechtmatig?)

Rechtbank Den Haag 6 november 2024, Het smaakverbod op e-sigaretten door de Nederlandse Staat is niet onrechtmatig
(ECLI:NL:RBDHA:2024:17892)

Essentie

De Nederlandse Staat heeft ter bescherming van de volksgezondheid een smaakverbod voor e-sigaretten ingevoerd. Het Amerikaanse bedrijf British American Tobacco Limited en haar dochteronderneming Nicoventures Holding Limited (hierna te noemen: BAT) hebben een procedure aangespannen tegen de Staat omdat ze dit smaakverbod onrechtmatig vinden, maar de rechtbank heeft deze vorderingen afgewezen.

Rechtsregel

De schadelijkheid van de e-sigaret en de aanzuigende werking van de zoete smaken op jongeren rechtvaardigen op zichzelf al het smaakverbod in het licht van het streven naar een rookvrije generatie in 2040.

Inhoud vonnis

Feiten

Medio juni 2020 kondigde de toenmalige staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een verbod op alle smaken van e-sigaretten aan. Tabakssmaken zijn hierop een uitzondering. De voornaamste reden voor de invoering van dit verbod was het verkrijgen van nieuwe inzichten over de schadelijkheid, de mate van verslaving en de aantrekkelijkheid van deze producten onder jongeren. Jongeren worden namelijk aangetrokken door de – veelal zoete – smaken die op de markt zijn gebracht. Het smaakverbod wordt sinds 1 januari 2024 gehandhaafd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Volgens BAT schendt de staat door middel van het smaakverbod het beginsel van het vrij verkeer van goederen binnen de EU en heeft de Staat onvoldoende onderbouwd dat de volksgezondheid met het smaakverbod gediend zal zijn. Hiertoe overweegt het bedrijf dat het verbod averechts zal werken. Allereerst vanwege het feit dat voormalige rokers die al op de e-sigaret zijn overgestapt weer zullen terugvallen op sigaretten. Ten tweede stelt BAT zich op het standpunt dat het onmogelijk is om met de zestien toegestane vloeistoffen e-sigaretten met tabakssmaak te maken. Het smaakverbod komt volgens BAT dus neer op een verbod van e-sigaretten in het algemeen.

Oordeel rechtbank
Onrechtmatigheid smaakverbod

Het centrale punt in deze zaak is of het smaakverbod, met inachtneming van Europese regelgeving, onrechtmatig is ten opzichte van BAT. Als dat het geval is, zou het verbod ongeldig verklaard moeten worden.

De rechtbank concludeert dat de schadelijkheid en aantrekkingskracht van zoete smaken in e-sigaretten voldoende zijn aangetoond. Dit rechtvaardigt het smaakverbod, vooral in het kader van de doelstelling van een rookvrije generatie in 2040. Het mogelijke negatieve effect op het stoppen van roken door bestaande rokers weegt volgens de rechtbank niet zwaar genoeg. Dit geldt ongeacht de vraag of de zoete e-sigaretten een opstap vormen naar reguliere sigaretten.

De rechtbank stelt dat het de politieke ruimte van de Staat is om, in het belang van de volksgezondheid, prioriteit te geven aan de bescherming van jongeren en het realiseren van een rookvrije toekomst. Dit betekent dat de Staat het belang van een vermindering van het rookgedrag bij jongeren zwaarder mag laten wegen dan de impact op rokers die proberen te stoppen.

Daarnaast benadrukt de rechtbank dat e-sigaretten met tabakssmaak wel toegestaan blijven en dat andere fabrikanten, ondanks de beperkte toegestane smaakadditieven, in staat zijn e-sigaretten te ontwikkelen die geschikt zijn voor stoppen met roken.

Vrij verkeer van goederen

Wat betreft het vrije verkeer van goederen oordeelt de rechtbank dat het smaakverbod een beperking vormt op dit principe, omdat het ook e-sigaretten treft die in andere EU-lidstaten legaal zijn geproduceerd of in omloop zijn gebracht. Een dergelijke inbreuk ter bescherming van de volksgezondheid is echter gerechtvaardigd als deze passend, noodzakelijk en evenredig is. De rechtbank oordeelt dat het smaakverbod aan deze eisen voldoet. De schadelijkheid van e-sigaretten staat voldoende vast, hoewel er enige wetenschappelijke discussie bestaat over de mate ervan. Onderzoek van bijvoorbeeld de World Health Organization wijst op de noodzaak van het smaakverbod om het gebruik van e-sigaretten door jongeren te verminderen. De rechtbank wijst de vorderingen van BAT af.