Lente Schutting-arrest; HR 02-12-1937, NJ 1938, 353

Lente Schutting-arrest; HR 02-12-1937, NJ 1938, 353

Door Austin Ellinor

Essentie
Dit arrest gaat over misbruik van bevoegdheid. Aan de hand van het Lentse Schutting-arrest valt artikel 3:13 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek uit te leggen. Hierin staat het volgende: “Een bevoegdheid kan onder meer worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot de uitoefening had kunnen komen.

Maar wanneer is er nu sprake van de hiervoor genoemde criteria? Wat is de grens tussen misbruik en rechtvaardig gebruik van bevoegdheden?

Rechtsregel
De Hoge Raad oordeelde dat er in casu sprake was van een redelijk belang. Eerder oordeelde de Hoge Raad in het befaamde Berg en Dalse Watertoren-arrest dat er slechts sprake is van misbruik van bevoegdheid als er bij de uitoefening van dat recht alleen wordt beoogd een ander schade toe te brengen. Dit is tevens in de wet opgenomen in artikel 3:13 lid 2 BW.

In casu oordeelt de Hoge Raad dat er sprake is van een redelijk belang en zodoende is het eigendomsrecht door de vermeende dader niet misbruikt. De regel luidt derhalve: er is geen misbruik van bevoegdheid in geval van een redelijk belang.

Inhoud arrest
In de gemeente Lente (Nijmegen) hebben twee buren ruzie. De ruzies zijn voortdurend en monden vaak uit in luid geschreeuw. Het helpt dan ook niet, dat de keuken van de ene buurvrouw goed zicht heeft op de woonkamer van de ander. De burenruzie gaat een lange tijd door, totdat de echtgenoot van een van de buurvrouwen beslist er een einde aan te maken.

De echtgenoot besluit op zijn eigen erf, zo’n 25 centimeter van de zijmuur van de buurvrouw, een schutting te plaatsen van maar liefst drie meter hoogte. De schutting kwam zo hoog, dat het niet meer mogelijk was voor de buurvrouwen om ruzie te maken. De – in hun ogen – benadeelde buren, waren het hier echter niet mee eens en stapten naar de rechter.

De Hoge Raad oordeelde, zoals gezegd, dat de echtgenoot zijn bevoegdheid niet heeft misbruikt. Hij heeft met de schutting zowel visueel als mondeling contact tussen de twee buurvrouwen belemmerd. Hij deed dit met oog op de voortdurende burenruzies. Hij wilde hier een einde aan maken en dit was hiermee gelukt. Het was niet zijn oogmerk om puur en alleen zijn buurvrouw te benadelen. Er is hier sprake van een redelijk belang, namelijk het voorkomen van verdere burenruzies. Volgens de Hoge Raad heeft de man zijn eigendomsrecht door het plaatsen van de schutting derhalve niet misbruikt.