KB 5 juni 1986 (Vloekverbod Ermelo)

Vloekverbod Ermelo, 5 juni 1986
(5 juni 1986 , Stb. 337)

Door Sapna Gajadhar

Essentie
In dit Koninklijk Besluit staat een spraakmakend onderwerp centraal, namelijk of het verbod om te vloeken in strijd is met hetgeen is bepaal in artikel 7 van de Grondwet.

Rechtsregel
In onderhavige zaak staat de vraag centraal of het vloekverbod dat is opgenomen in de APV van Ermelo in strijd is met artikel 7 derde lid van de Grondwet.

Artikel 7 Grondwet (vrijheid van meningsuiting) vermeldt het volgende:

1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuitzending.
3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.

Hetgeen bepaald is in artikel 7 derde lid van de Grondwet beschermt elke openbaarmaking van een gedachte of een gevoelen, ongedacht de intenties en de motieven van degene die zich uit.

Wanneer men op een vloekende manier de naam van God gebruikt of andere ruwe of onzedelijk taal gebruikt, valt dit in beginsel ook aan te merken als het openbaar maken van een gedachte of gevoel zoals bedoeld in artikel 7 Grondwet.

De woorden: ”behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet”, geven aan dat de vrijheid om een gedachte of gevoel te openbaren slechts mag worden beperkt door een wet in formele zin.

Het vloekverbod dat is opgenomen in de APV van de gemeente Ermelo is geen wet in formele zin. Deze is dan ook in strijd met hetgeen is opgenomen in artikel 7 derde lid Grondwet. Omdat het vloekverbod in strijd is met de wet, dient het te worden vernietigd.

Enkele andere gemeenten hadden in hun Algemene Plaatselijke Verordening ook een dergelijk vloekverbod opgenomen. Ook deze zijn in strijd met hetgeen in artikel 7 derde lid Grondwet is bepaald. Ook deze dienen dus te worden vernietigd.

Inhoud uitspraak
Bij besluit van 19 december 1985 heeft de gemeente Ermelo besloten een nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening vast te stellen. In de nieuwe APV is opgenomen dat het verboden is om op een vloekende manier de naam van God te gebruiken. De Kroon heeft deze zaak in behandeling genomen om te kijken of het vloekverbod in strijd is met de Grondwet. Bij strijdigheid worden de lagere regelgevingen door de Kroon vernietigd.