ECLI:EU:C:1994:271 (Arrest Aldewereld)

HvJ EG, 29 juni 1994, Arrest Aldewereld
(ECLI:EU:C:1994:271)

Essentie

Uit dit standaardarrest wordt duidelijk dat het EU-recht onder omstandigheden ook van toepassing kan zijn op werkzaamheden buiten het Europese grondgebied. Deze toerekening van die activiteiten aan het Europees grondgebied wordt ook wel ‘de Aldewereld-leer’ genoemd.

Rechtsregel

De Aldewereld-leer: Het EU-recht is ook van toepassing op werkzaamheden die buiten het Europees grondgebied plaatsvinden, als deze werkzaamheden voldoende nauwe aanknoping hebben met het Europees grondgebied.

In het geval van een uitzending buiten Europa heeft een werknemer de meeste nauwe aanknoping met de lidstaat waar de uitzendende onderneming gevestigd is.

Inhoud arrest

De zaak Aldewereld betreft een Nederlander die in Nederland woont, maar voor een in Duitsland gevestigde onderneming werkt. Meneer Aldewereld wordt in 1986 uitgezonden naar Thailand om daar arbeid te verrichten. In de meeste landen geldt dat een persoon belastingplichtig wordt voor de sociale verzekeringen als diegene in het land woont en/of werkt. Het gevolg is dat in 1986 zowel Duitsland als Nederland sociale premies wil ontvangen van meneer Aldewereld.

Om een dubbele sociale verzekeringsplicht binnen Europa te voorkomen, is binnen Europa het sociale zekerheidstelsel gecoördineerd middels wetgeving; destijds op basis van de Verordening nr. 1408/71 en momenteel onder de Verordening nr. 2004/833. Er is sprake van een ‘exclusieve werking’: een ieder op wie de verordening van toepassing is, is slechts in één lidstaat sociaal verzekerd. Hierop bestaan géén uitzonderingen. In de regel zorgt deze wetgeving dat alleen de werkstaat sociale premies mag innen en dat de woonstaat hiervan afziet.[1]

Voor bijzondere situaties zijn aparte aanwijsregels opgenomen in de verordeningen om de exclusieve werking te garanderen. Verordening nr. 1408/71 zorgt bijvoorbeeld dat meneer Aldewereld – een EU-burger die uitsluitend buiten Europa werkt en werkt voor een onderneming in een andere lidstaat dan zijn woonstaat – alleen in Duitsland sociaal verzekerd is en niet in Nederland.

In het arrest Aldewereld is het echter de vraag of het EU-recht wel van toepassing is. Het gaat om de territoriale werkingssfeer van het EU-recht. Is de Verordening nr. 1408/71 ook van toepassing op arbeid die wordt verricht buiten het Europese grondgebied? Het Hof van Justitie overweegt dat dit inderdaad kan op basis van het arrest HvJ Lopes da Veiga (C-9/88). Het EU-recht is volgens het Hof van Justitie ook van toepassing op werkzaamheden buiten het Europese grondgebied, wanneer de arbeidsverhouding een voldoende nauwe aanknoping heeft met het Europese grondgebied (de Aldewereld-leer).

Het Hof van Justitie overweegt dat in het onderhavige geval sprake is van een voldoende nauwe aanknoping met het Europese grondgebied. Meneer Aldewereld is namelijk in dienst van een onderneming in een lidstaat (Duitsland) en daardoor aangesloten bij de sociale-zekerheidsregeling van die lidstaat. De Verordening nr. 1408/71 is dus ook van toepassing in het geval van meneer Aldewereld. Hij is alleen sociaal verzekerd in de lidstaat van de werkgever, Duitsland. Nederland mag geen sociale premies innen.

[1] Het is een andere systematiek dan de belastingverdragen. Belastingverdragen kunnen zorgen dat dubbele belasting voorkomen wordt middels een teruggaaf, maar de dubbele belastingplicht blijft bestaan. De Europese sociale zekerheidsverordeningen voorkomen echter dat een dubbele sociale verzekeringsplicht ontstaat door het te coördineren.