EHRM 19 november 2024 & 10 december 2024 (Verduidelijking definitie van gezinsleven)

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) 19 november 2024 & 10 december 2024, Verduidelijking definitie van gezinsleven
(ECLI:CE:ECHR:2024:1119DEC004405120) en (ECLI:CE:ECHR:2024:1210JUD000447021)

Essentie

Er is geen sprake van gezinsleven tussen ouders en hun volwassen kinderen of tussen volwassen broers en zussen, tenzij er sprake is van ‘bijkomende elementen van afhankelijkheid, die meer inhouden dan normale emotionele banden’. Hier kan sprake van zijn bij gezondheidsproblemen of bij financiële of materiële afhankelijkheid.

Inhoud arrest

De feiten

In beide zaken zijn er in eerste aanleg aanvragen voor een verblijfsvergunning op basis van gezinshereniging afgewezen.

Kumari v. the Netherlands

Een bejaarde moeder uit India vroeg een verblijfsvergunning aan om bij haar zoon in Nederland te kunnen zijn. Zij voerde aan dat haar zoon de geestelijke steun van zijn moeder nodig heeft wegens zijn PTSS (posttraumatische-stressstoornis). Deze stoornis liep de zoon op  door de te vroege geboorte van zijn dochtertje.

Martinez Alvarado v. the Netherlands

Een volwassen man uit Peru verblijft sinds 2015 in Nederland bij zijn oudste zus. De man heeft een verstandelijke beperking, waardoor zijn functioneren vergelijkbaar is met dat van een achtjarig kind. In Peru is de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking voornamelijk afhankelijk van familieleden. Tot het overlijden van zijn ouders in 2015 woonde de man bij hen. Zijn vier zussen wonen inmiddels allemaal in Nederland en beschikken over de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning. In Peru heeft de man enkel nog een broer, die door zijn werk nauwelijks thuis is. De aanvraag voor een verblijfsvergunning van de man is meerdere malen afgewezen, omdat er geen sprake zou zijn van bijzondere afhankelijkheid.

De beoordeling

Artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) stelt het recht op eerbiediging van privé, familie- en gezinsleven vast. Hieronder vallen in beginsel ouders en hun minderjarige kinderen. Verruiming van toepassing van dit recht is enkel mogelijk indien er sprake is van buitengewone banden.

Kumari v. the Netherlands

Volgens het Hof is hier geen sprake van een afhankelijkheid die meer inhoudt dan normale emotionele banden. De zoon heeft bewezen zelfstandig te kunnen functioneren, zowel thuis als op zijn werk, ook tijdens periodes waarin zijn moeder niet bij hem verbleef. Daarnaast acht het Hof de moeder in staat om in India te wonen met steun van haar familie, buren en de plaatselijke gezondheidszorg.

Martinez Alvarado v. the Netherlands

De aanvraag voor een verblijfsvergunning werd eerst meerdere malen afgewezen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en in voorgaande rechtszaken, wegens het ontbreken van bijzondere afhankelijkheid. Het Hof oordeelt dat de eerdere afwijzingen in strijd zijn met art. 8 EVRM. In deze zaak is er namelijk wel degelijk sprake van een bijzondere afhankelijkheid. Nederland heeft zich te veel gericht op het feit dat de zussen tijdens het leven van de ouders niet actief betrokken waren bij de dagelijkse zorg voor hun broer. Daarnaast heeft Nederland niet aangetoond dat er in Peru geschikte zorg voor de man beschikbaar is.

De beslissing

In de zaak Kumari v. the Netherlands wordt de aanvraag voor een verblijfsvergunning afgewezen.
In de zaak Martinez Alvarado v. the Netherlands wordt de aanvraag voor een verblijfsvergunning toegewezen.