ECLI:NL:XX:2003:AL7886 (Inspire Art)

HvJ Inspire Art, HvJ EU 30 september 2003
(ECLI:NL:XX:2003:AL7886)

Door Michiel Hennevelt

Essentie
HvJ Inspire Art is een belangrijk arrest inzake de vrijheid van vestiging naar Europees recht. In geschil is of de Nederlandse wetgever strenge eisen mag stellen aan de inschrijving van een naar buitenlands recht opgerichte vennootschap die activiteiten in Nederland ontplooit.

Rechtsregel
De vrijheid van vestiging verzet zich tegen de Nederlandse regeling die de vestiging van een filiaal van een buitenlandse onderneming in Nederland afhankelijk stelt van voorwaarden die ook voor naar Nederlandse recht opgerichte vennootschappen gelden, zoals de eis van het minimumkapitaal. Hiervoor bestaat geen rechtvaardigingsgrond.

Inhoud arrest
Inspire Art is een vennootschap opgericht naar Engels recht en met haar bedrijfszetel in het Verenigd Koninkrijk. De enige bestuurder woont in Nederland en is bevoegd om alleen en zelfstandig namens de vennootschap op te treden. Inspire Art beschikt over een filiaal in Amsterdam en is ingeschreven in het handelsregister te Amsterdam. De Kamer van Koophandel acht het verplicht dat Inspire Art in het handelsregister vermeldt dat zij een formeel buitenlandse vennootschap is en gelast bij de kantonrechter dat deze aanvulling wordt toegevoegd in het handelsregister. Dit brengt andere in de wet voorziene verplichtingen voor Inspire Art mee. Inspire Art stelt dat deze verplichte aanvulling in strijd is met het Europese recht, met name de vestigingsvrijheid.

De Kantonrechter oordeelt dat Inspire Art inderdaad een formeel buitenlandse vennootschap is. De Kantonrechter stelt prejudiciële vragen over de verplichte aantekening in het handelsregister en bijkomende verplichting in het licht van de vrijheid van vestiging. Is deze wettelijke regeling in strijd met het Europese recht? En zo ja, bestaat hiervoor een rechtvaardiging?

Het HvJ herinnert aan vaste rechtspraak dat vennootschappen voor hun oprichting een andere lidstaat mogen kiezen dan de lidstaat waar zij hun activiteiten zullen ontplooien, tenzij er sprake is van fraude. Het is dus toegestaan om een vennootschap in een land op te richten waar het wettelijk regime gunstiger is, ook al worden daar geen activiteiten ontplooit. Inspire Art mag voor het Verenigd Koninkrijk kiezen, ook als deze keuze is ingegeven door strengere vennootschapsrechtelijke eisen in Nederland, zoals de minimumkapitaaleis. Nederland past vervolgens alsnog de strengere eisen toe op het filiaal te Amsterdam, dat ook in Amsterdam staat ingeschreven. Dit heeft volgens het HvJ tot gevolg dat de vrijheid van vestiging door Nederland wordt belemmerd.

Er moet dan gekeken worden of hier een passende rechtvaardigingsgrond voor bestaat. Nederland voert als rechtvaardigingsgronden de bescherming van schuldeisers, de bestrijding van oneigenlijk gebruik van de vestigingsvrijheid en de waarborging van de doeltreffendheid van fiscale controles aan. Deze gronden moeten op basis van vaste rechtspraak aan vier voorwaarden voldoen: geen discriminatie, dwingende redenen van algemeen belang, geschiktheid en proportionaliteit. De drie aangevoerde rechtvaardigingsgronden voldoen niet aan deze criteria. De belemmering is dus niet te rechtvaardigen en moet opgeheven worden. Het HvJ beslist in het voordeel van Inspire Art.