ECLI:NL:RVS:2025:33 (Student start rechtszaak na overschrijden woordlimiet bij tentamen)

Raad van State, 8 januari 2025, Student start rechtszaak na overschrijden woordlimiet bij tentamen
(ECLI:NL:RVS:2025:33)

Essentie

De examencommissie van de Hogeschool van Amsterdam wees het verzoek van een student om een extra toetskans af. De student had bij zijn herkansing de toegestane woordlimiet overschreden, wat leidde tot de beoordeling ‘GR’ (Geen Resultaat). Hierdoor behaalde hij zijn propedeuse niet en kon hij niet doorstromen naar de universiteit.

Volgens de Onderwijs- en Examenregeling (OER) hebben studenten standaard twee kansen per vak. Extra kansen kunnen alleen worden gegeven bij bijzondere persoonlijke omstandigheden, maar deze moeten officieel ondersteund worden door een studentendecaan. Aangezien de student zich niet bij een decaan had gemeld, werden zijn omstandigheden niet erkend en werd zijn verzoek afgewezen.

Rechtsregel

Deze uitspraak benadrukt dat regels over toetskansen strikt moeten worden gehandhaafd om gelijke kansen voor alle studenten te waarborgen. Uitzonderingen op de vastgestelde regels kunnen alleen worden gemaakt in goed onderbouwde, bijzondere gevallen.

Inhoud

In het studiejaar 2023/2024 startte de student met de opleiding HBO-Rechten aan de Hogeschool van Amsterdam. Hij voltooide alle vakken van het eerste jaar met een voldoende, op één vak na. Bij de eerste toets haalde hij een vijf, maar bij de herkansing kreeg hij de beoordeling ‘GR’ (Geen Resultaat), omdat hij de toegestane woordlimiet van 1000 woorden met ongeveer 230 woorden overschreed. De student verklaarde dat stress door financiële problemen na het verlies van zijn baan de reden was voor deze fout. Het betreffende vak was het laatste vak van zijn propedeuse en het behalen ervan was noodzakelijk om door te stromen naar de universiteit.

De student vroeg de examencommissie om een extra kans, maar de examencommissie wees het verzoek af. De commissie verwees naar de OER. Daarin staat dat studenten minimaal twee kansen per vak krijgen en dat extra kansen alleen worden verleend bij bijzondere persoonlijke omstandigheden, ondersteund door een studentendecaan. Omdat de student zich niet bij een decaan had gemeld, werden zijn persoonlijke omstandigheden niet officieel erkend. Bovendien benadrukte de commissie  dat de eis van de woordlimiet geen formaliteit is, maar een essentiële vaardigheidstest van het vermogen om beknopt en helder te formuleren.

De student stapte daarna naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze oordeelt dat de afwijzing van de examencommissie terecht is. De student had geen recht op een extra kans. Wel werd de Hogeschool van Amsterdam verplicht om een deel van de proceskosten van de student te vergoeden.