Raad van State, 26 april 2023, studente die bij vijf verschillende tentamens heeft gefraudeerd mag negen maanden geen tentamens maken
(ECLI:NL:RVS:2023:1647)
Essentie
Een studente aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam zou bij meerdere van haar tentamens hebben gefraudeerd, met als gevolg dat deze ongeldig zijn verklaard en zij tot 18 juli 2023 geen tentamens mag maken van de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid. De studente heeft tegen deze beslissing administratief beroep ingesteld, deze heeft het college ongegrond verklaard. Vervolgens is de studente tegen dat besluit in beroep gegaan.
Rechtsregel
Het handelen of nalaten van een student waardoor het onmogelijk is voor de examencommissie een juist oordeel te vormen over de student kan worden aangemerkt als fraude. Ook het raadplegen van niet-toegestane bronnen en het uitwisselen van informatie met een medestudent wordt als fraude aangemerkt.
De examencommissie kan het recht van een student ontnemen tentamens af te leggen gedurende een termijn van ten hoogste een jaar indien er sprake is van fraude.
Inhoud uitspraak
Volgens de examencommissie zou een studente van de Erasmusuniversiteit in Rotterdam bij vijf verschillende tentamens hebben gefraudeerd. Zij zou niet ingelogd zijn via online proctoring waardoor zij heeft kunnen samenwerken. Daarnaast heeft zij volgens de examencommissie bij één van de tentamens ongeloorloofde bronnen gebruikt bij de beantwoording.
De studente gaat hiertegen in beroep. Primair omdat ze stelt dat er geen sprake is geweest van fraude en subsidiair omdat ze de beslissing onevenredig vindt.
Sprake van fraude
Volgens het college mocht de examencommissie fraude aannemen als beschreven in artikel 15 van de Regels van de examencommissie. In dit artikel staat dat het handelen of nalaten van een student waardoor het voor de examencommissie onmogelijk is een juist oordeel te vormen over de student als fraude kan worden aangemerkt. Ook wordt volgens dit artikel het raadplegen van uitdrukkelijk niet-toegestane bronnen en het uitwisselen van informatie bij medestudenten aangemerkt als fraude.
In artikel 2.2 van het addendum op de Regels van de examencommissie staat dat tentamens kunnen worden afgenomen met behulp van online proctoring. Hierbij wordt de student voor het tentamen verzocht een systeemcheck uit te voeren. Ook kan de student tijdens het tentamen om technische ondersteuning vragen.
Het college is er op basis van de informatie van ProctorExam vanuit gegaan dat de studente niet ingelogd is geweest. De studente ontkent dit, maar haar verweer houdt geen stand. De studente heeft verklaard dat zij bekend is met online proctoring. Volgens het college had zij zich hierom bewust moeten zijn van de regels die gelden bij een tentamen dat gebruik maakt van online proctoring. Zij had dan ook, wanneer het haar niet gelukt was in te loggen, om technische ondersteuning kunnen vragen.
Hiernaast bleek uit de Turnitin score dat de tentamens van de studente en haar medestudent bijzonder veel op elkaar leken. Ook was er een relatie te zien tussen de tijdstippen dat de antwoorden van de medestudent werden ingevoerd en die van de studente zelf.
Als laatste is er bij één van de tentamens te zien dat de studente eerst haar antwoorden in één blok tekst die vergelijkbaar is met een tekst van Studeersnel.nl heeft ingevoerd. Vervolgens heeft ze deze tekst aangepast.
Evenredigheid van de beslissing
De studente is van mening dat zij eerst een waarschuwing had moeten krijgen, en dat de examencommissie niet direct op de zwaarste sanctie had moeten overgegaan. Ook vindt zij dat er bij de beoordeling rekening gehouden had moeten worden dat zij een negatief bindend studieadvies heeft gekregen, en dat zij door deze beslissing studievertraging oploopt en dit een grote financiële impact heeft omdat zij geen recht meer heeft op studiefinanciering. Als laatste stelt zij dat ze niet bewust misbruik heeft willen maken van de situatie van digitale tentamens maken.
Het college oordeelt dat de examencommissie geen waarschuwing heeft hoeven geven, omdat de fraude om meerdere tentamens gaat en een groot aantal van de antwoorden. De opgelegde sanctie is volgens het college daarnaast ook niet onevenredig. Op grond van artikel 7.12b lid 2 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek kan de examencommissie een student het recht ontnemen tentamens af te leggen gedurende een termijn van ten hoogste een jaar. De studievertraging die de studente als gevolg hiervan oploopt is inherent aan het opleggen van de sanctie. Dit leidt niet tot een ander oordeel.
De studente krijgt ongelijk, het beroep slaagt niet.