Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 9 februari 2022, Minderjarige jongen mag zich toch verkiesbaar stellen
(ECLI:NL:RVS:2022:424)
Door Julia Ligtenberg
Essentie
In deze toch wel bijzondere zaak gaat het om de vraag of een minderjarige jongen zich verkiesbaar mag stellen voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022. De vijftienjarige jongen heeft zich verkiesbaar gesteld voor de gemeenteraadsverkiezingen van Winterswijk, maar daar is beroep tegen ingediend. En wel door zijn eigen ouders. De Raad van State beoordeelt in dit arrest of de naam van de minderjarige jongen van de kieslijst gehaald moet worden door het centraal stembureau.
Rechtsregel
Het centraal stembureau kan op grond van de Kieswet een kandidaat van de kieslijst schrappen. Dit kan echter volgens artikel I 6 van de Kieswet slechts op grond van enkele limitatief opgesomde gebreken. De moeder van de minderjarige jongen betoogde dat haar zoon van de kieslijst geschrapt moest worden omdat hij geen ouderlijke toestemming heeft om zich verkiesbaar te stellen.
Inhoud
De enige mogelijkheid die de Kieswet biedt om minderjarige kandidaten van de lijst te schrappen is artikel I 6 eerste lid, aanhef en onder d. Dit artikel bepaalt namelijk dat een kandidaat geschrapt mag worden indien hij of zij de leeftijd van achttien jaar niet bereikt tijdens de zittingsperiode. Nu de jongen vijftien is en dus binnen een termijn van vier jaar achttien jaar zal worden, gaat dit artikel niet op. Op grond van de Kieswet kan de kandidaat dus niet geschrapt worden.
De Afdeling heeft het betoog van de moeder opgevat als een beroep op artikel 1:234 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel bepaalt dat een minderjarige enkel bekwaam is om rechtshandelingen te verrichten als hij hiervoor toestemming heeft verkregen van een wettelijke vertegenwoordiger, voor zover de wet niet anders bepaalt. Dit betoog slaagt niet, omdat de Kieswet een zelfstandige regeling hiervoor heeft opgenomen, namelijk het hiervoor genoemde artikel 6. Bovendien zou een dergelijke ouderlijke toestemming een beperking van het uitoefenen van het grondwettelijk gewaarborgde passief kiesrecht zijn als de kandidaat de leeftijd van achttien jaar zou bereiken.
Conclusie
De Afdeling oordeelt dat het centraal stembureau terecht de naam van de minderjarige jongen niet van de kandidatenlijst heeft geschrapt. Hij zal dan ook verkiesbaar zijn tijdens de verkiezingen van 14, 15 en 16 maart 2022.