ECLI:NL:RVS:2018:590 (Gemeente Noordoostpolder/Burger)

Gemeente Noordoostpolder/Burger ABRvS 21 februari 2018
(ECLI:NL:RVS:2018:590)

Door Sapna Gajadhar

Essentie
Degene die een weg passeert, die in eigendom is van de gemeente, waar beveiligingscamera’s hangen, kan niet worden aangemerkt als belanghebbende, omdat er geen sprake is van een rechtstreeks belang of inmenging in het privéleven van de voorbijganger.

Rechtsregel
In onderhavige zaak staat de vraag centraal of een voorbijganger van een openbare weg een handhavingsverzoek kan indienen en dus belanghebbende is om de beveiligingscamera’s op die openbare weg te verwijderen.

Artikel 1:2 Awb bepaalt het volgende:

  1. Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
  2. Ten aanzien van bestuursorganen worden de hun toevertrouwde belangen als hun belangen beschouwd.
  3. Ten aanzien van rechtspersonen worden als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

Een belanghebbende is, op grond van artikel 1:2 Awb, degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Als men niet werkt of woont in het gebied waar de beveiligingscamera’s zijn geplaatst en als je niet aannemelijk kan maken dat het noodzakelijk is dat men op bepaalde tijden in dat gebied dient te verblijven, dan heeft men geen bijzonder individueel belang bij een handhavingsverzoek om de camera’s te verwijderen.

Het gebruik van de beveiligingscamera’s kan er nog toe leiden tot er sprake is van inmenging in het privéleven, op grond van artikel 8 EVRM. Indien hiervan sprake is kan men alsnog belanghebbende zijn bij een handhavingsverzoek. Daarbij is van belang in hoeverre de gegevens een bepaalde persoon betreffen, in hoeverre de gegevens worden verwerkt en gebruikt en of ze worden gepubliceerd op een wijze die verder gaat dan wat gewoonlijk voorzienbaar is. Ook de duur van de opslag van de persoonsgegevens is van belang. Er moet dus altijd naar de omstandigheden van het geval worden gekeken om dit te kunnen beoordelen.

Inhoud uitspraak
Een burger heeft bij het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder een verzoek tot handhaving ingediend. Dit verzoek omvatte het verwijderen van beveiligingscamera’s geplaatst langs de weg. Het college heeft vervolgens gereageerd op dit handhavingsverzoek. Volgens het college is de burger geen belanghebbende en deze kan dus ook geen handhavingsverzoek indienen. Hiertegen heeft de burger bezwaar ingediend. Dit bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen sprake is van een belanghebbende in de zin van artikel 1:2 Awb. Ook het ingestelde beroep is ongegrond verklaard. De burger is uiteindelijk in hoger beroep gegaan bij de ABRvS. Deze heeft getoetst of de burger een belanghebbende is. De ABRvS heeft hierover geoordeeld dat belanghebbende niet werkt en woont in het gebied waar de camera’s hangen en daar ook niet per se hoeft te zijn. Daarnaast heeft de ABRvS geoordeeld dat er geen sprake is van inmenging in het privéleven van deze burger. Er is namelijk duidelijk met een bordje ingegeven dat er camera’s hangen. Daarnaast worden de beelden van deze camera’s alleen gebruikt voor incidenten. De beelden worden ook na 7 dagen verwijderd. Hierdoor is er geen sprake van inmenging in het privéleven van de burger. De ABRvS oordeelt dat terecht is geconcludeerd dat de burger in casu geen belanghebbende is.