Woning Ambt Montfort, 22 december 2004
(ECLI:NL:RVS:2004:AR8015)
Door Sapna Gajadhar
Essentie
Omwonenden kunnen als partij deelnemen aan het geding die is ingesteld door de wederpartij op grond van artikel 8:26 Awb, ze zijn belanghebbenden.
Rechtsregel
In onderhavige zaak staat de vraag centraal of de omwonenden als partij aan het geding kunnen deelnemen.
Het belang van de direct omwonenden van de woning waarvoor een vergunning is aangevraagd is tegengesteld aan het belang van de man die de woning wil bouwen. De man is opgekomen tegen een weigeringsbesluit om de woning te bouwen. Dat kan betekenen dat in beroep het besluit alsnog wordt toegekend. De direct omwonenden van de woning waarvoor een vergunning is aangevraagd om deze te bouwen kunnen hierdoor in een nadeligere positie terechtkomen. Op grond hiervan kunnen de omwonenden wel aangemerkt worden als belanghebbenden. Dit betekent dat ze ook in de gelegenheid gesteld mogen worden om hun belangen naar voren te brengen in deze zaak. De omwonenden kunnen op grond van artikel 8:26 Awb deelnemen aan het geding.
Artikel 8:26 Awb:
1. De bestuursrechter kan tot de sluiting van het onderzoek ter zitting ambtshalve, op verzoek van een partij of op hun eigen verzoek, belanghebbenden in de gelegenheid stellen als partij aan het geding deel te nemen.
2. Indien de bestuursrechter vermoedt dat er onbekende belanghebbenden zijn, kan hij in de Staatscourant doen aankondigen dat een zaak bij hem aanhangig is. Naast de aankondiging in de Staatscourant kan ook een ander middel voor de aankondiging worden gebruikt.
Inhoud uitspraak
In onderhavige zaak was er een geschil tussen een bewoner en de gemeente Ambt Montfort. De bewoner had een vergunning aangevraagd bij de gemeente om een woning te bouwen. Deze aanvraag werd door de gemeente geweigerd. De bewoner was het niet eens met het besluit en ging hiertegen in bezwaar, ook het bezwaar werd ongegrond verklaard. De bewoner ging hiertegen in beroep. De omwonenden waren blij met het besluit dat de aanvraag voor het bouwen van de woning was geweigerd. Ze wilden dan ook hun belangen naar voren brengen in de beroepszaak. Ze waren namelijk van mening dat ze een groot belang hadden in dit geding, omdat de toekenning van het besluit om de woning te bouwen niet gewenst was.