ECLI:NL:RVS:1995:AH6164 (Drugspand Venlo)

Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State 28 augustus 1995, Drugspand Venlo
(ECLI:NL:RVS:1995:AH6164)

Door Zoë de Jesus Delgado

Essentie

In casu werd overgegaan tot een woningsluiting, een beperking van een grondrecht, door toepassing van een bepaling uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Venlo. Een beperking als deze moet zijn terug te herleiden naar een specifieke bepaling in een wet in formele zin. Deze bepaling moet vervolgens herleidbaar zijn tot een grondrechtenbepaling in de Grondwet.

De beperking uit de APV was niet te herleiden naar een wet in formele zin en daarmee ontbrak de grondslag. Naar aanleiding van deze uitspraak is art. 174a in de Gemeentewet opgenomen. Dit is een bepaling in een wet in formele zin. Naar huidig recht zou de beperking uit de APV dus wel zijn toegestaan, omdat deze nu een grondslag heeft in de Gemeentewet.

Rechtsregel

Een grondrechtenbeperking moet altijd herleidbaar zijn tot een bepaling in de Grondwet. Deze Grondwetsbepaling moet altijd worden uitgewerkt in een wet in formele zin. Grondwetsbeperkingen in lagere algemeen verbindende voorschriften moeten herleidbaar zijn tot een specifieke bepaling in een wet in formele zin. Deze bepaling moet vervolgens weer herleidbaar zijn tot een grondrechtenbepaling in de Grondwet.

Inhoud uitspraak

In Venlo werd een woning gesloten door het college van burgemeester en wethouders op grond van art. 35b lid 1 van de APV van de gemeente Venlo. Daartoe is besloten omdat een toename van drugshandel plaatsvond vanuit de woning, met veel overlast in de nabije woonomgeving tot gevolg.

De rechtsvraag die in dit geval centraal stond, was of deze grondrechtenbeperking gegrond was.

Volgens de Afdeling behoort een woning, die ook als zodanig in gebruik is naar haar aard, tot de persoonlijke levenssfeer van de bewoner(s). Het maakt daarbij niet uit of de woning daarnaast nog een andere functie vervult. Het sluiten van een woning levert een inbreuk op in de persoonlijke levenssfeer van de bewoner(s), het grondrecht zoals bedoeld in art. 10 van de Grondwet. Het sluiten van een woning op grond van de APV vormt daarom een beperking van dit grondrecht. Art. 10 lid 1 Grondwet stelt echter dat een dergelijke beperking slechts is toegestaan op basis van een wet in formele zin. Grondwetsbeperkingen in lagere algemeen verbindende voorschriften, zoals een APV, moeten herleidbaar zijn tot een specifieke bepaling in een wet in formele zin. Deze bepaling moet dan weer herleidbaar zijn tot een grondrechtbepaling in de Grondwet. In dit geval ontbrak de grondslag voor het genomen besluit, waardoor het besluit in strijd was met art. 10 Grondwet.