ECLI:NL:RBZWB:2022:1024 (Gevolgen bezwaar tegen overgang onderneming)

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18 januari 2022, Gevolgen van bezwaar tegen de overgang van onderneming
(ECLI:NL:RBZWB:2022:1024)

Door Shanice Uwaguoba

Essentie

Onderhavige zaak betreft een geschil tussen partijen over de gevolgen van overgang van onderneming met betrekking tot het dienstverband met werknemer. De vragen zijn of de arbeidsovereenkomst ontbonden moet worden, of er sprake is van een aannemelijke wijziging ten nadele van de werknemer en of de werknemer aanspraak kan maken op verscheidende vergoedingen.

Rechtsregel

Indien er sprake is van een aanmerkelijke wijziging van de arbeidsvoorwaarden ten nadele van de werknemer, dan wordt de arbeidsovereenkomst geacht te zijn beëindigd door het toedoen van de werkgever. Richtlijnconforme interpretatie van art. 7:665 BW brengt met zich mee dat als de arbeidsovereenkomst wordt geacht te zijn verbroken door toedoen van de werkgever, de voor de werkgever geldende opzegtermijn in acht moet worden genomen. Als gevolg hiervan kan de werkgever schadeplichtig zijn wanneer hij zich niet houdt of niet kan houden aan de voor hem geldende opzegtermijn.

Inhoud

Op 1 januari 2022 heeft een overgang van onderneming plaatsgevonden tussen Nature’s Choice BV (vervreemder) en Tinti GMBH & CO KG (verkrijger). Beide ondernemingen zijn verweerders in onderhavige procedure. Op 21 september 2021 zijn de werknemers per mail geïnformeerd geworden over de overgang. In de mail stond onder andere het volgende:

“Met deze mail bevestigen wij dat de onderneming zoals gedreven door [vervreemder] in [vestigingsplaats] (behoudens de marketing en verkoopafdeling) met ingang van 1 januari 2022 zal overgaan naar [verkrijger] GmbH & Co. KG in [vestigingsplaats] (Duitsland).

Deze overgang kwalificeert als een “Overgang van Onderneming” zoals bedoeld in EU Richtlijn 2001/23/EC (zijnde de Richtlijn Transfer of Undertaking Protection of Employment; kortweg TUPE genoemd). Als gevolg hiervan zullen alle rechten en verplichtingen verband houdend met uw arbeidsovereenkomst overgaan in het kader van de overgang van onderneming.

In uw situatie heeft de overgang van de onderneming tot gevolg dat uw werkplek verplaatst wordt naar het kantooradres van [verkrijger] GmbH & Co. KG, zijnde [kantooradres] [vestigingsplaats] (Duitsland). Het is voorzien dat de daadwerkelijke start van de werkzaamheden zal plaatsvinden op 3 januari 2022 om 8.00 uur in [vestigingsplaats].

Het staat u vrij om bezwaar te maken tegen de overgang, maar alvorens dit te doen adviseren wij u hieromtrent advies in te winnen. Mocht u bezwaar maken, dan wijzen wij u er op dat wij dit bezwaar beschouwen als een kennisgeving dat u niet mee wenst over te gaan; uw arbeidsovereenkomst eindigt dan op de dag van de overgang (1 januari 2022). Voor de goede orde wijzen wij u er op dat de met u gesloten arbeidsovereenkomst alsdan niet zal worden beschouwd als zijnde beëindigd door [vervreemder]. U komt dientengevolge niet in aanmerking voor een transitievergoeding.”

De eiser (hierna: werknemer) eist in deze zaak onder meer dat de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter ontbonden wordt en dat de ontbinding geacht wordt op werkgevers initiatief te zijn geweest. Tevens verzoekt de werknemer een transitievergoeding en een billijke vergoeding. Werknemer legt hiertoe ten grondslag dat er sprake is van een aanmerkelijke wijziging van arbeidsvoorwaarden ten nadele van de werknemer (art. 7:665 BW). De woon-werkafstand zou immers 480 kilometer voor een enkele reis bedragen en alle arbeidsplaatsen zouden voor een groot deel al zijn ingevuld door werknemers van Tinti GMBH & CO KG.

De kantonrechter overweegt als volgt. Indien een werknemer besluit om de arbeidsovereenkomst niet voort te zetten met de verkrijger, dan dient de werknemer ondubbelzinnig blijk te geven van zijn wil daartoe. Dit geldt ook tussen werknemer en Nature’s Choice BV die ten tijde van de verklaring nog de werkgever was. Op 25 oktober 2021 heeft werknemer per mail aan Nature’s Choice BV laten weten dat het voor hem niet mogelijk is om mee over te gaan (vooral gezien de werklocatie in Duitsland). Volgens de kantonrechter heeft werknemer hiermee ondubbelzinnig blijk gegeven dat hij het dienstverband na de overgang van onderneming niet voort wilt zetten met Tinti GMBH & CO KG. Er is dus op het tijdstip van overgang geen arbeidsovereenkomst ontstaan tussen werknemer en Tinti GMBH & CO KG. Op grond hiervan is werknemer niet-ontvankelijk in zijn verzoek jegens Tinti GMBH & CO KG.

Aangaande de verzoeken tegen Nature’s Choice BV overweegt de kantonrechter als volgt. Op grond van vaste rechtspraak is de arbeidsovereenkomst tussen Nature’s Choice BV en werknemer van rechtswege geëindigd op het tijdstip van overgang. Nu de arbeidsovereenkomst van rechtswege is geëindigd, dient het ontbindingsverzoek te worden afgewezen. Of er sprake is van een aanmerkelijke wijziging moet wel nog beoordeeld worden. Een heenreis van 5,5 tot 6 uur is meer dan van werknemer gevergd kan worden, aldus de kantonrechter. Tevens heeft Nature’s Choice BV niet voldoende weersproken dat de arbeidsplaatsen al zijn ingevuld door werknemers van Tinti GMBH & CO KG. Omdat er in onderhavige zaak gesproken kan worden van een aanmerkelijke wijziging van de arbeidsvoorwaarden ten nadele van de werknemer, wordt de arbeidsovereenkomst geacht te zijn beëindigd door de werkgever. Daarom heeft de kantonrechter de verklaring voor recht toegewezen, dat de arbeidsovereenkomst geacht wordt te zijn beëindigd op het initiatief van werkgever. Dit heeft tot gevolg dat de geldende opzegtermijn in acht moet worden genomen op grond van richtlijnconforme interpretatie van art. 7:665 BW. Dientengevolge is de werkgever schadeplichtig indien er geen rekening gehouden kan worden met de opzegtermijn. In casu betrof de opzegtermijn vier maanden. Als opzegdatum is de kantonrechter uitgegaan van 10 november 2021, omdat dit de datum is waarop de werknemer het ontbindingsverzoek heeft ingediend. Gevolg is dat het dienstverband pas op 1 april 2022 geëindigd had mogen worden. Nature’s Choice BV is daarom een schadevergoeding van € 14.412,77 bruto verschuldigd. Doordat Nature’s Choice BV geacht wordt de arbeidsovereenkomst te hebben geëindigd heeft de werknemer ook recht op een transitievergoeding van € 29.882,00. Werknemer kan echter geen aanspraak maken op een billijke vergoeding, nu de kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van Nature’s Choice BV.