ECLI:NL:RBROT:2025:4535 (Cocaïne in lijkkisten)

Rechtbank Rotterdam 10 april 2025, Gevangenisstraf na vervoeren van cocaïne in lijkkisten
(ECLI:NL:RBROT:2025:4535)

Essentie

Veroordeling voor het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 sub a Opiumwet gegeven verbod en valsheid in geschrift. Verdachte vervoerde ruim 230 kg cocaïne – verstopt in sporttassen in lijkkisten –  in een bestelbus. De rechtbank legt aan de verdachte een gevangenisstraf van 4 jaar op.

Inhoud uitspraak

Feiten

Op 13 december 2024 wordt de verdachte aangehouden door agenten op de autosnelweg A29. De verdachte reed in een bestelbus met Frans kenteken. De verdachte vertelde dat hij twee lijken moest afleveren in Edam en overhandigde hierbij Franse documentatie. Het Franse uitvaartbedrijf bleek geen website te hebben en het opgegeven adres in de documentatie bleek van een parfumerie te zijn. De namen van de overledenen kwamen daarnaast niet voor in de Nederlandse registers. Hierop besloten de agenten, met toestemming van de verdachte, in de bus te kijken. In de bus lagen drie lijkkisten los, scheef en niet-gekoeld. De agenten roken geen lijkgeur. In een uitvaartcentrum in de buurt werden de lijkkisten geopend. Daar bleken geen lichamen, maar sporttassen met pakketten cocaïne in opgeslagen.

Beoordeling

De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van medeplegen.  Verdachte heeft verklaard dat hij werd bedreigd met de dood om het transport uit te voeren om een schuld af te betalen. Hij verklaarde dat hij wist dat er geen lijken achterin lagen, maar dat hij niet daadwerkelijk wist wat er in de kisten lag. Verdachte heeft de stempels op de Franse documentatie moeten zetten. De rechtbank is daar bovenop van oordeel dat de verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op de invoering van de drugs. Door zijn handelen heeft hij op zijn minst bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de lijkkisten, cocaïne bevatten.

De rechtbank oordeelt verder dat er sprake is van valsheid in geschrift. Verdachte heeft de stempel gezet op de documentatie. Op deze documenten stond dat verdachte lijken vervoerde met stempels met de tekst “burgemeester van Parijs” en “prefectuur van Parijs”. Aangezien de verdachte heeft verklaard zich ervan bewust te zijn dat er geen lijken in de kisten lagen en hij stempels heeft gezet namens het stadsbestuur van Parijs, waartoe hij niet bevoegd was, kan het niet anders dan dat hij wist dat de documenten vals waren en hij deze alsnog opzettelijk heeft gebruikt.

Beslissing

De rechtbank verklaart de verdachte strafbaar voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en valsheid in geschrift. De verdachte krijgt gezien de ernst van de feiten een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar opgelegd.