ECLI:NL:RBROT:2022:6691 (Loondoorbetaling bij ziekmelding na borstverkleining)

Rechtbank Rotterdam, 13 juli 2022, Recht op loondoorbetaling blijft bestaan bij ziekmelding na borstverkleining.
(ECLI:NL:RBROT:2022:6691)

Essentie

Deze zaak gaat over een vordering in kort geding, waarin eiseres betaling van haar salaris eist. De betaling van haar loon is door haar werkgever stopgezet gedurende de periode waarin zij zich heeft ziekgemeld, omdat dit volgens de werkgever om het opzettelijk veroorzaken van ziekte zou gaan. Eiseres is een borstverkleining ondergaan in Turkije wegens medische redenen, en is van mening dat er geen sprake is van opzet.

Rechtsregel

Voor een geslaagd beroep op artikel 7:629 lid 3 sub a BW is vereist dat de werknemer de ziekte willens en wetens heeft veroorzaakt met het oogmerk om arbeidsongeschiktheid te worden. Alleen wanneer de opzet van de werknemer er dus op gericht is ziek te worden, vervalt het recht op loondoorbetaling.

Inhoud uitspraak

Eiseres heeft haar werkgever begin maart 2022 laten weten dat zij van plan was een borstverkleining te laten doen in Turkije. Op 22 april is zij deze ingreep ondergaan en op 23 april heeft zij zich ziekgemeld. Vervolgens heeft ze van haar werkgever bericht gekregen dat de loondoorbetaling vanaf 23 april is stopgezet tot de werkzaamheden weer volledig hervat zouden zijn.  Eiseres heeft vervolgens bij dagvaarding gevorderd tot betaling van het loon vanaf 23 april, subsidiair vanaf 4 juni met de wettelijke verhoging en rente van toepassing.

Allereerst kijkt de kantonrechter of de vordering geschikt is voor een procedure in kort geding. Hierbij moet sprake zijn van een spoedeisend belang. De kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van een spoedeisend belang, omdat het salaris dat eiseres niet betaald krijgt van belang is voor haar levensonderhoud.

Vervolgens beoordeelt de kantonrechter of de werkgever een terecht beroep doet op artikel 7:629 lid 3 sub a BW. In dit artikel staat dat de werknemer geen recht op loondoorbetaling tijdens ziekte heeft, indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt. Omdat het om een inkomensgarantie gaat, betreft het een sterk en zwaar criterium. Alleen als de opzet van de werknemer er specifiek op gericht is ziek te worden en daardoor ziekengeld te krijgen vervalt het recht op loondoorbetaling.
Volgens de kantonrechter is er in dit geval onvoldoende sprake van dit soort opzet gebleken. Eiseres heeft voor de ingreep al duidelijk gemaakt dat zij last had van rugklachten. Daarnaast is zij naar de bedrijfsarts geweest, die als advies heeft gegeven zich vlak voor de behandeling ziek te melden wegens medische klachten. Dat de zorgverzekeraar de ingreep niet vergoed is volgens de rechter niet van belang. Hierbij gaat het namelijk niet alleen om de noodzakelijkheid van de ingreep.

Het beroep van de werkgever op artikel 7:629 lid 3 sub a BW slaagt niet, werkgever is eiseres haar salaris met de daarbij behorende verhogingen verschuldigd.