ECLI:NL:RBROT:2020:3181 (Brandstichting in eigen woning leidt tot overlijden buurman)

Rechtbank Rotterdam, 10 april 2020, Brandstichting in eigen woning leidt tot overlijden buurman
(ECLI:NL:RBROT:2020:3181)

Door Esmee Kuipers

Essentie

Rechtbank Rotterdam heeft verdachte veroordeeld tot een celstraf van 10 jaar na het opzettelijk brandstichten in zijn eigen woning. Door de brand is zijn bovenbuurman om het leven gekomen.

Rechtsregel

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan brandstichting op grond van art. 157 Sr. in zijn woning op de eerste verdieping. Het slachtoffer, woonachtig op de tweede verdieping, is door de brand om het leven gekomen. Door de brand is bovendien levensgevaar veroorzaakt voor de bewoners van de omliggende woningen en voor de bezoekers, eigenaren en werknemers van omliggende winkels. De brand vond midden op de dag plaats op een zaterdag, wanneer veel mensen thuis zijn of juist winkels bezoeken. Een groep mensen is geconfronteerd met en heeft getuige moeten zijn van de brand en van de gruwelijke dood van het slachtoffer. Dit soort feiten veroorzaken gevoelens van angst, onrust en onveiligheid in de samenleving.

Inhoud

In de woning van verdachte is brand ontstaan. Dichtbij de brandhaard in de woonkamer is motorbenzine aangetroffen, net als in het toilet. Forensisch onderzoekers hebben geconcludeerd dat bij het ontsteken van de brand zeer waarschijnlijk gebruik is gemaakt van benzine en dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de brand is ontstaan als gevolg van een storing in een technische installatie. Ook is geconcludeerd dat de brand op de tweede verdieping is ontstaan door de brand op de eerste verdieping. Als gevolg hiervan is de bovenbuurman overleden.

De rechtbank heeft geconstateerd dat verdachte in de woning aanwezig is geweest kort voordat de brand gemeld werd. Dat een derde brand zou hebben gesticht acht de rechtbank niet aannemelijk.