ECLI:NL:RBROT:2020:2696 (Coronamisdrijven)

Rechtbank Rotterdam, 30 maart 2020, Coronamisdrijven 
(ECLI:NL:RBROT:2020:2696)

Door Felicity Garretsen

Essentie

De rechtbank gaat in op de vraag of corona gerelateerde misdrijven onder de huidige crisisomstandigheden strenger gestraft moeten worden en onderscheidt hierbij vijf categorieën van coronamisdrijven.

Rechtsregel

Een belangrijk vraagstuk is of corona gerelateerde misdrijven onder de huidige crisisomstandigheden zou moeten leiden tot een hogere straf. De rechtbank vindt in zijn algemeen dat dit op dit moment voor de hand ligt. Daar geven de huidige onzekere, beangstigende maatschappelijke omstandigheden alle reden toe. De mate waarin het strafverhogende effect van de corona-achtergrond van het misdrijf ten opzichte van dat uitgangspunt in de straftoemeting moet worden betrokken, is afhankelijk van 1) de aard en ernst van het misdrijf en 2) de vraag tegen wie het misdrijf is gericht. In dit verband kunnen vijf categorieën misdrijven worden onderscheiden waarbij het coronavirus als middel of als omstandigheid een rol speelt.

Inhoud vonnis

Afgelopen weken zijn in Nederland meerdere rechtszaken behandeld die verband houden met corona gerelateerde misdrijven. Een belangrijk twistpunt bij de behandeling van deze zaken was of dit soort misdrijven onder de huidige crisisomstandigheden zou moeten leiden tot een hogere straf. De rechtbank vindt in zijn algemeenheid dat dit op dit moment voor de hand ligt. Daar geven de huidige onzekere, beangstigende maatschappelijke omstandigheden alle reden toe. Als onder deze zware en moeilijke omstandigheden (de corona-achtergrond) het coronavirus wordt ingezet als middel om misdrijven te plegen, ligt het voor de hand dat dat strafverhogend werkt. Dit heeft niet alleen te maken met het aspect dat een extra vergelding op haar plaats is en de dader van een dergelijk misdrijf moet weten dat hij het niet nog een keer moet doen. Daarnaast dient hoger straffen er ook toe om aan iedereen duidelijk te maken dat de maatschappij op dit moment wel wat anders aan haar hoofd heeft.

De mate waarin het strafverhogende effect van de corona-achtergrond van het misdrijf ten opzichte van dat uitgangspunt in de straftoemeting moet worden betrokken, is afhankelijk van 1) de aard en ernst van het misdrijf en 2) de vraag tegen wie het misdrijf is gericht.

1: Aard en ernst van de coronamisdrijven en de te onderscheiden categorieën
Na de eerste weken in de coronacrisis zijn er in de rechtspraak grofweg vijf categorieën misdrijven te onderscheiden waarbij het coronavirus als middel of als omstandigheid een rol speelt. De rechtbank baseert zich hierbij op de op rechtspraak.nl gepubliceerde nieuwsberichten over deze zaken en op informatie daarover op andere (sociale) media.
• Een eerste categorie misdrijven waar het coronavirus als middel wordt ingezet zijn de (zware) mishandelingszaken. In dat type zaken speelt het coronavirus een directe en concrete rol in het misdrijf. Het gaat dan bijvoorbeeld om het opzettelijk (proberen) iemand te besmetten. Het coronavirus is in feite het wapen dat bij het misdrijf wordt gebruikt.
• Een tweede categorie van misdrijven waar het coronavirus een rol speelt zijn de bedreigingszaken. Daarbij wordt het coronavirus als dreigingsmiddel ingezet en wordt het coronavirus in veel gevallen minder direct in het misdrijf betrokken. Op dit laatste punt valt binnen deze categorie een onderscheid te maken. Bij het fysiek dreigen met het coronavirus (bijvoorbeeld: spugen) is het coronavirus weer directer bij het misdrijf betrokken dan als het alleen als woordelijk dreigingsmiddel wordt ingezet. Dat vindt zijn oorzaak in de mate van onzekerheid en angst die bij een slachtoffer wordt veroorzaakt.
• Een derde categorie in dit verband zijn de eenvoudige (cyber)oplichtingszaken. Bij dat type zaken wordt het coronavirus ingezet als oplichtingsmiddel om het slachtoffer te verleiden iets te doen (bijvoorbeeld: babbeltruc). In die gevallen wordt zuiver indirect gebruik gemaakt van het coronavirus.
• Een vierde categorie zijn de misdrijven waarbij het coronavirus niet als middel wordt ingezet, maar het coronavirus een omstandigheid van het misdrijf is. Het coronavirus speelt in deze categorie bij de concrete strafbare handelingen van het misdrijf geen rol.
• Als laatste categorie zijn (grotere) zaken te bedenken waarin het coronavirus een cruciale en of bijzondere rol heeft gespeeld.

2: Tegen wie is het misdrijf gericht:
Tegen wie het coronamisdrijf zicht richt is een andere factor die van invloed is op het effect van de corona-achtergrond van het misdrijf op de straftoemeting.
• Als de slachtoffers van de coronamisdrijven werkzaam zijn in cruciale beroepen en/of in vitale processen is het strafverhogende effect groter dan wanneer sprake is van andere slachtoffers. Het zijn namelijk juist die groepen die in deze tijd extra bescherming verdienen.
• Ook ouderen en andere kwetsbare mensen verdienen extra bescherming en bij misdrijven gericht tegen deze groepen is daarom ook meer aanleiding om de corona-achtergrond zwaarder te laten wegen.

Ten slotte wordt benadrukt dat door de rechter steeds goed moet worden gekeken naar het concrete misdrijf, de ernst daarvan en alle omstandigheden van het geval. De rechter moet in deze crisis ook, of misschien wel juist, waken voor een te algemene ophoging van de straf.