Rechtbank Overijssel 6 mei 2025, Vrijspraak moeder voor door pasgeboren baby
(ECLI:NL:RBOVE:2025:2752)
Essentie
Vrijspraak voor een 20-jarige moeder die werd verdacht van het om het leven brengen van haar pasgeboren baby en het verbergen van het stoffelijk overschot met als oogmerk om het overlijden te verhullen.
Inhoud uitspraak
Feiten
Omstreeks 4 uur ’s nachts is verdachte op de zolderkamer bij haar ouders thuis bevallen van een baby. Verdachte was alleen en is kort na de bevalling bewusteloos geraakt. De baby lag op een hoofdkussen op de grond. Nadat de verdachte bijkwam zag zij dat de baby niet ademde en geen hartslag had. Vervolgens deed zij de baby met placenta en bebloede doeken in een vuilniszak. Samen met het bebloede beddengoed deed zij de vuilniszak in een koffer. Op 18 augustus 2023 heeft verdachte de koffer geleegd, omdat haar moeder deze de volgende dag nodig had.
Die volgende dag trof de moeder de vuilniszak met bebloede lakens aan. Vervolgens heeft zij haar dochter geconfronteerd met de vondst. De verdachte zei dat zij een miskraam had gehad. ’s Avonds kwam de verloskundige langs om de verdachte lichamelijk te onderzoeken. De verloskundige constateerde dat de verdachte lichamelijke verschijnselen had die niet bij een miskraam passen. De verloskundige wilde de baby zien en zag dat het ging om een voldragen baby. Hierna heeft zij de politie ingelicht.
Beoordeling
Op basis van het forensisch pathologisch rapport van de deskundige kan worden vastgesteld dat de baby levend is geboren. De rechtbank kan echter niet vaststellen of verdachte hier wetenschap van heeft gehad. Verdachte heeft verklaard geen ademhaling bij baby te hebben opgemerkt en ook geen hartslag heeft gevoeld. Het staat niet vast of de verdachte wist dat de baby in leven was. Gelet hierop kan niet bewezen worden dat de verdachte opzettelijk dan wel verwijtbaar heeft nagelaten haar pasgeboren baby verzorging te verlenen en/of voeding te geven en/of heeft nagelaten tijdig hulp in te roepen. De verdachte worden daarom vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.
De rechtbank is verder van oordeel dat gelet op de verklaring van verdachte en het aantreffen van de vuilniszak door haar moeder, verdachte niet de bedoeling had om het stoffelijk overschot van de baby te verbergen. De verdachte wist dat familieleden toegang hadden tot haar kamer en was voornemens om haar vriend in te lichten over de geboorte en het overlijden. Dit duidt erop dat de verdachte niet de intentie had om het overlijden van de baby te verbergen.
Beslissing
De rechtbank verklaart dat de verdachte de ten laste gelegde feiten niet heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij.