Omgangsregeling hond Spike, Rb Overijssel 23 december 2016
(ECLI:NL:RBOVE:2016:5112)
Door Julia Verschoor
Essentie:
In casu gaat het om een kort geding vanwege een conflict over de omgangsregeling van hond Spike. De voorzieningenrechter oordeelt dat de omgangsregeling stand houdt en moet worden nageleefd door de gescheiden baasjes van de hond.
Rechtsregel
Een duurovereenkomst kan op grond van de redelijkheid en billijkheid opgezegd worden. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat gedaagde onvoldoende heeft aangevoerd om het opzeggen van de duurovereenkomst c.q. het staken van de omgangsregeling te rechtvaardigen.
Inhoud arrest
Eiser en gedaagde zijn in 2010 in gemeenschap van goederen met elkaar getrouwd. Bij beschikking van 28 september 2011 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is vervolgens het huwelijk ontbonden. Voor het huwelijk is er een hond, genaamd Spike, aangeschaft. De hond maakte deel uit van de gemeenschappelijke boedel. Bij afwikkeling van de gemeenschap is hij onverdeeld gelaten. Er is in onderling overleg een omgangsregeling met betrekking tot Spike afgesproken. Partijen zijn overeengekomen dat Spike doordeweeks bij gedaagde zou verblijven en in het weekend bij eiser.
Op 10 november 2016 heeft gedaagde eiser een brief gestuurd met de mededeling dat de omgangsregeling met betrekking tot Spike per direct zou worden beëindigd. Tevens wil gedaagde Spike niet langer aan eiser afgeven. Eiser heeft op 17 november 2016 laten weten dat hij niet instemt met de beëindiging van de omgangsregeling en bereid is om aanvullende afspraken te maken over de ophaal- en brengtijden en over de beweging en voeding van Spike.
De voorzieningenrechter oordeelt allereerst dat er sprake is van een spoedeisend belang. Er is namelijk sprake van gemeenschappelijk eigendom en gedaagde ontzegt het eigendom van eiser. Dit maakt dat eiser spoedeisend belang heeft bij de vordering.
Partijen verschillen niet van mening over de vraag of er sprake is van een duurovereenkomst ten aanzien van de omgangsregeling van Spike. Dit brengt mee dat er enkel getoetst hoeft te worden of de door gedaagde aangevoerde redenen om tot staking van de omgangsregeling over te gaan die staking rechtvaardigen. Dit luidt ontkennend.
Gedaagde stelt dat het opzeggen van een duurovereenkomst mogelijk is als er op grond van de redelijkheid en billijkheid daartoe gronden aanwezig zijn en zij op basis daarvan tot opzegging kan overgaan. Zij voert aan dat Spike na het weekend dat hij bij eiser verbleef vaak klachten had die het gevolg lijken van overbelasting of een ander eetpatroon zoals het likken aan zijn poot, braken en een vermoeide indruk. De dierenarts heeft verklaard dat een stabiel voedings- en bewegingspatroon in het belang van Spike is. Gedaagde heeft ook een hondengedragsdeskundige geraadpleegd. Deze heeft verklaard dat een omgangsregeling niet in het belang van Spike is, aangezien hij het laatste jaar tekenen van oververmoeidheid en stress vertoont na het veranderen van het adres in het weekend. Tot slot staat volgens gedaagde vast dat de omgang tot regelmatig contact tussen partijen zal leiden en dat dit niet goed zal gaan. Dit wordt onderschreven in een verklaring van de buurman en een collega van gedaagde.
De voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagde onvoldoende heeft aangevoerd om het opzeggen van de duurovereenkomst c.q. het staken van de omgangsregeling te rechtvaardigen. Er is onvoldoende weersproken dat de verklaring van de dierenarts dient te worden bezien in een andere context. Spike is namelijk niet anders gewend. Tevens is Spike al vanaf het begin een hond met problemen, hij vertoont verschijnselen van artrose en is slechtziend. Dit hoeft echter geen problemen op te leveren bij uitvoering van de omgangsregeling.
“Dat, zoals de hondengedragsdeskundige heeft verklaard, Spike last heeft van stress en dat dit voortkomt uit het slechte contact tussen zijn baasjes lijkt evident. De vraag is of dit tot staking van de omgangsregeling dient te leiden dan wel dat deze volwassen mensen zich naar de normen van redelijkheid jegens elkaar dienen te gedragen”.
De hond lijkt last te hebben van het gedrag van zijn baasjes. Als partijen menen dat zij het belang van Spike voorop hebben staan, dan dienen zij zich ook zo te gedragen door de regeling uit te voeren zonder kinderachtig gedoe. Gedaagde wordt veroordeeld tot nakoming van de duurovereenkomst. Gezien het karakter van een kort geding procedure wordt dit voor één jaar toegekend.