ECLI:NL:RBOBR:2021:3762 (Ontploffing Corona-unit)

Rechtbank Oost-Brabant, 19 juli 2021, Ontploffing Corona-unit
(http://ECLI:NL:RBOBR:2021:3762)

Door Esmee Kuipers

Essentie

Verdachte heeft zich samen met een 22-jarige man schuldig gemaakt aan vernieling van een coronatest-unit door zwaar vuurwerk te plaatsen en dit tot ontploffing te brengen.

Rechtsregel

De door de regering getroffen maatregelen voor de pandemie zijn ingrijpend en roepen bij sommige mensen gevoelens van boosheid en frustratie op. De rechtbank acht het ontoelaatbaar wanneer deze gevoelens leiden tot vernieling zoals deze. Verdachte en zijn mededader hebben ervoor gekozen een coronatest- en behandellocatie, van belang voor de bestrijding en beheersing van de epidemie, te vernielen. Dit acht de rechtbank zeer kwalijk.

Inhoud

Het feit gebeurde op een moment dat de samenleving werd geconfronteerd met de coronapandemie. De aanslag op de coronatest- en behandellocatie is landelijk in het nieuws geweest en heeft tot geschokte reacties geleid. Medische hulpverleners zijn als gevolg van deze pandemie en alle neveneffecten hiervan al gedurende lange tijd zwaar belast.

Verdachte en zijn mededader hebben zich hiervan geen enkele rekenschap gegeven. De rechtbank rekent dit verdachte aan. De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat hij vroeg volledige openheid van zaken heeft gegeven, oprechte spijt heeft betuigd, ook persoonlijk aan de huisarts (aangever).

Uit een omtrent de geestvermogens van verdachte uitgebracht rapport blijkt dat er bij verdachte sprake is van een licht verstandelijk beperkt niveau waardoor het door hem gepleegde strafbare feit minder aan hem kan worden toegerekend.  Verdachte heeft na zijn schorsing met behulp van een jobcoach werk gevonden, is gestopt met harddrugs en verblijft in een instelling voor begeleid wonen. Verdachte staat onder toezicht van de reclassering.

De rechtbank is van oordeel dat een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou passen. Gelet op voornoemde persoonlijke omstandigheden zal de rechtbank echter een lichtere straf opleggen. Een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan de periode die verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten, zou namelijk betekenen dat het hulpverleningstraject waarin verdachte  positieve stappen heeft gezet zou worden doorkruist. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat aangever ter terechtzitting heeft aangegeven dat hij voor alles wil dat het goed gaat met deze jongens en hij geen meerwaarde ziet in oplegging van een gevangenisstraf aan verdachte, maar de voorkeur geeft aan hulpverlening voor verdachte.

De rechtbank zal de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Daarnaast wordt een taakstraf van 100 uur opgelegd.