ECLI:NL:RBOBR:2019:7307 (Voornaamswijziging)

Rechtbank Oost-Brabant 12 december 2019, voornaamswijziging
(ECLI:NL:RBOBR:2019:7307)

Door Naomi van Burgsteden

Essentie

Door verzoeker is een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank betreffende een voornaamswijziging. Verzoeker meent dat er voldoende zwaarwichtig persoonlijk belang aanwezig is voor de wijziging van zijn voornaam. Het zwaarwegend belang is niet gelegen in onvrede met zijn huidige voornaam, maar in een andere ingrijpende reden. Het dochtertje van verzoeker en zijn partner is vijf jaar oud en heeft een meervoudige complexe handicap. Dit brengt met zich mee dat zij geen hoge levensverwachting heeft. Verzoeker stelt dat hij op de momenten dat het slecht gaat met zijn dochter beseft hoe fragiel het leven kan zijn en hoe onmetelijk veel liefde hij voor zijn dochter voelt. Hierdoor ontstond de wens om zijn dochter altijd bij zich te kunnen dragen, in de vorm van haar voornaam.

Verzoeker is van mening dat het maatschappelijk belang dat is gediend bij naamconsistentie niet tot nauwelijks wordt geschaad omdat het eerste deel van de voornaam, en daarmee de initiaal, volledig intact blijft. Daarnaast gaat het om de toevoeging van een tweede deel aan een bestaande voornaam, wat naar zijn aard een veel intiemer karakter heeft dan het geheel wijzigen van een voornaam. Het zwaarwichtig belang van verzoeker moet volgens hem prevaleren boven het maatschappelijk belang.

Rechtsregel

De rechter kan op grond van artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek een wijziging van een voornaam gelasten op verzoek van de betrokken persoon of op verzoek van zijn wettelijk vertegenwoordiger. Hiervoor dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Voor beantwoording van de vraag wanneer sprake is van voldoende zwaarwichtig belang dient aansluiting te worden gezocht bij de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

Gelet op het feit dat voornamen een middel zijn om personen binnen hun familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren, vallen zij onder het begrip privéleven en familie- of gezinsleven als bedoeld in artikel 8 EVRM. Het door dit artikel beschermde belang brengt mee dat inmenging van enig openbaar gezag niet is toegestaan. Echter, een weigering om een voornaam te wijzigen kan niet zonder meer als ongeoorloofde inmenging worden aangemerkt. Daarvoor zal telkens moeten worden onderzocht of sprake is van een evenwichtige belangenafweging tussen enerzijds de belangen van het individu en anderzijds de belangen van de staat.

De rechtbank is op grond van de stukken en hetgeen verzoeker ter zitting naar voren heeft gebracht van oordeel dat verzoeker een voldoende zwaarwichtig belang heeft bij de verzochte voornaamswijziging. Gelet hierop kan het verzoek worden ingewilligd.

Inhoud arrest

Naar het oordeel van de rechtbank heeft verzoeker in een uitermate persoonlijk betoog heel duidelijk gemaakt dat hij een meer dan bijzondere band heeft met zijn dochtertje. Ook al praat zij niet en kan zij door een lage spierspanning niet zelfstandig eten en lopen, toch heeft hij de afgelopen jaren veel van haar geleerd en ondervindt hij – hoe vreemd het ook moge klinken – veel steun aan haar: zij laat hem zien wat ertoe doet. Verzoeker herkent veel van zichzelf in zijn dochter als ze elkaar aankijken. Zijn dochter laat hem voelen dat hij de basis is van haar bestaan. Als het slecht gaat, is zijn dochter degene die hem staande houdt. Hun verbondenheid is zeer intens.

De rechtbank begrijpt in dat licht de diepgewortelde wens van verzoeker om zijn dochter te laten voortbestaan in zijn naam. De rechtbank begrijpt ook dat andere manieren om zijn dochter voor altijd bij zich te dragen, bijvoorbeeld door het dragen van een sieraad of een tatoeage, onvoldoende recht doen aan de uitzonderlijke band die verzoeker met haar heeft.